Zorg voor het milieu
Het verpakkingsmateriaal is her-
bruikbaar. Deponeer het verpak-
kingsmateriaal niet bij het huis-
houdelijk afval, maar bied het
aan voor hergebruik.
Onbruikbaar geworden appara-
ten bevatten waardevolle materi-
alen die geschikt zijn voor herge-
bruik. Lever de apparaten daar-
om in bij een inzamelpunt voor
herbruikbare materialen. Batterij-
en, olie en dergelijke stoffen mo-
gen niet in het milieu belanden.
Verwijder overbodig geworden
apparatuur daarom via geschikte
inzamelpunten.
Aanwijzingen betreffende de inhouds-
stoffen (REACH)
Huidige informatie over de inhoudsstoffen
vindt u onder:
www.kaercher.com/REACH
Voor de inbedrijfstelling
Toebehoren monteren
Sproeier met schroefverbinding voor
sproeikop monteren op de straalpijp.
Straalbuis met handspuitpistool verbin-
den.
Hogedrukslang vastschroeven aan de
hogedrukaansluiting.
Inbedrijfstelling
Elektrische aansluiting
GEVAAR
Verwondingsgevaar door elektrische schok
– Het apparaat moet zeker met een stek-
ker aangesloten worden op het elektrici-
teitsnet. Een niet-scheidbare verbinding
met het stroomnet is verboden. De stek-
ker dient voor de netscheiding.
– Stekker en verbinding van een gebruikte
verlengkabel moeten waterdicht zijn.
– Gebruik een verlengkabel met massa-
kabel (veiligheidsklasse 1) en een vol-
doende grote diameter (zie „Technische
38
gegevens") en rol hem volledig van de
kabeltrommel.
Aansluitwaarden zie typeplaatje/Techni-
sche gegevens.
Netsnoer afwikkelen en op de grond
leggen.
Netstekker in een stopcontact steken.
Wateraansluiting
Aansluiting aan de waterleiding
WAARSCHUWING
Voorschriften van de watermaatschappij in
acht nemen.
Conform de geldige voorschriften
mag het apparaat nooit zonder sy-
steemscheider aan het drinkwater-
net gebruikt worden. Er moet een
geschikte systeemscheider van de firma
KÄRCHER of alternatief een systeem-
scheider conform EN 12729 type BA ge-
bruikt worden.
Water dat door een systeemscheider is ge-
stroomd, wordt als niet-drinkbaar be-
schouwd.
VOORZICHTIG
Sluit de systeemscheider altijd aan de wa-
tertoevoer en nooit direct aan het apparaat
aan.
Aansluitwaarden zie Technische gege-
vens.
Toevoerslang (minimumlengte 7,5 m,
minimumdiameter 1/2'') aan de water-
aansluiting van het apparaat en aan de
watertoevoer (bijvoorbeeld waterkraan)
aansluiten.
Instructie:
De toevoerslang wordt niet meegeleverd.
Open de watertoevoer.
– 3
NL