nl - Bediening van de droger
Sensortoetsen
voor de droogte-
graad
Droogtegraad
Temperatuurstan-
den (TOP)
Droogtegraden bij
gebruik van een
muntautomaat
Indicatoren
52
Werking van het bedieningspaneel
De sensortoetsen reageren op aanraking met de vingertoppen. U
kunt een keuze maken zolang de desbetreffende sensortoets ver-
licht is.
Een fel verlichte sensortoets betekent: "momenteel gekozen"
Een licht verlichte sensortoets betekent: "kan worden gekozen"
Als u met de programmakeuzeschakelaar een programma met
droogtegraad heeft gekozen, licht de ingestelde droogtegraad op.
De overige droogtegraden die kunnen worden gekozen, zijn gedimd
zichtbaar.
- Sensortoets = "Kastdr. plus"
- Sensortoets = "Kastdroog"
- Sensortoets = "Strijkdroog"
- Sensortoets = "Mangeldroog"
- Sensortoets = temperatuurstand "hoog"
- Sensortoets = temperatuurstand "midden"
- Sensortoets = temperatuurstand "laag"
- Sensortoets = temperatuurstand "koud"
- Sensortoets = temperatuurstand "hoog"
- Sensortoets = temperatuurstand "midden"
- Sensortoets = temperatuurstand "laag"
- Sensortoets = temperatuurstand "koud"
- Controlelampje : licht op als het pluizenfilter moet worden gerei-
nigd.
- Controlelampje : licht op als zich een storing in de luchtafvoer-
leiding voordoet.
- Controlelampje (alleen bij apparaten met een betalingssy-
steem): licht op als het geldbedrag is betaald.
- Tijdweergave : de resterende programmaduur wordt in uren en
minuten weergegeven. De duur van de meeste programma's kan
variëren, wat tot tijdsprongen kan leiden. De duur is afhankelijk van
verschillende parameters, zoals bijvoorbeeld van de hoeveelheid en
het type wasgoed en het restvocht in het wasgoed. De adaptieve
elektronica past zich aan deze parameters aan en wordt steeds
nauwkeuriger.