DEEL 6.
Als uw koelkast niet goed werkt, dan is dit mogelijk te wijten aan een klein probleem.
Controleer eerst de volgende punten voordat u met een elektricien contact opneemt. Dat
bespaart u tijd en geld.
Wat moet ik doen als de koelkast niet werkt?
Controleer of ;
• De stroom niet uitgevallen is;
• De hoofdschakelaar ingeschakeld is;
• De thermostaat niet in de stand 0 staat;
• De wandcontactdoos OK is; dit controleert u door daarop een ander apparaat aan te
sluiten waarvan u weet dat het goed werkt;
Wat moet ik doen als de koelkast niet naar behoren functioneert? Controleer of ;
• Het apparaat niet overladen is met producten;
• De deuren perfect gesloten zijn;
• Er geen stof is op de condensor;
• Er aan de achterzijde genoeg ruimte is;
Als het apparaat veel lawaai maakt ;
Het koelgas dat in de koelkast circuleert produceert soms lawaai (borrelend geluid),
ook wanneer de compressor niet actief is. U hoeft zich hierover geen zorgen te maken, dit
is heel normaal. Als u een ander geluid hoort, controleer dan of:
• het apparaat horizontaal staat.
• het apparaat niet met iets contact maakt aan de achterzijde.
• objecten op het apparaat trillen.
Als er water aanwezig is in het onderste gedeelte van de koelkast ;
Controleer dan of ;
De afvoeropening voor het dooiwater niet verstopt is (gebruik de ontdooi-aftapplug
om de afvoeropening te reinigen).
Als u koelkast onvoldoende afkoelt;
Uw koelkast is ontworpen om te werken bij kamertemperatuur intervallen vermeld in
de normen, op basis van de klimaatklasse vermeld in de informatietabel. We raden af uw
koelkast te gebruiken buiten de vermelde temperatuurwaarden met betrekking tot de
efficiëntie van de koeling.
VOORDAT U EEN BEROEP DOET OP DE
KLANTENSERVICE
Klimaatklasse
T
Tussen 16 en 43. C°
ST
Tussen 16 en 38. C°
N
Tussen 16 en 32. C°
Tussen 10 en 32. C°
SN
NL - 53 -
Omgevingstemperatuur C°