All manuals and user guides at all-guides.com
1.4 Denk aan uw veiligheid
Indien u een gasgeur waarneemt, is het uitdrukkelijk verboden:
– Een toestel te ontsteken
– Elektrische schakelaars aan te raken, telefoneren vanuit dezelfde ruimte
Onderneem de volgende acties:
– Sluit gastoevoer en elektriciteit af
– Activeer het bedrijfsnoodplan
NL
– Evacueer eventueel het gebouw
2.0 Installatie
2.1 Plaatsing toestel
Controleer na het uitpakken het toestel op beschadiging. Controleer de juistheid van het type/model en de
elektrische spanning. Plaats het toestel en eventuele accessoires op een voldoende stevige constructie [2 &
3] met inachtneming van de minimaal benodigde vrije ruimte [1]. Gebruik hiervoor de vier M10 ophang-
punten. Let vooral op de beschikbare ruimte die nood zakelijk is voor branderreiniging en rookgas ventila-
torreiniging.
2.2 Plaatsing Verbrandingsgasafvoer en luchttoevoer
C32 Rookgasafvoersysteem.
De maximale lengte L [3] van de aan- en afvoerleidingen is zes meter, incl. 2x2 bochten 90° (3xD).
Elke extra haakse bocht verkort de lengte met 2 meter. Indien mogelijk bochten van 45° toepassen.
Voor type 104 is de maximale lengte 1 meter, incl. 1x2 bochten van 90°. Afwijkend afvoertracé op
aanvraag mogelijk.
C12 Rookgasafvoersysteem.
Bocht mag indien nodig direct op het toestel geplaatst worden. De maximale lengte L [3] van de
aan- en afvoerleidingen is zes meter, incl. 2x2 bochten 90°. Elke extra haakse bocht verkort de
lengte met 2 meter. Indien mogelijk bochten van 45° toepassen. Voor type 104 is de maximale
lengte 1 meter, incl. 1x2 bochten van 90°. Afwijkend afvoertracé op aanvraag mogelijk. Het rook-
gasafvoersysteem dient met minimaal 3° afschot van het toestel af te worden gemonteerd. [3]
Plaats het systeem en bevestig deze op de juiste wijze volgens de installatievoorschriften van het
rookgasafvoersysteem. Zorg voor een goede dichte aansluiting op het toestel. Indien het rookgas-
afvoersysteem korter is dan 3 meter (L<3m), plaats dan de meegeleverde restrictie ring. Zie de
tabel [3] voor de juiste diameter en plaatsing.
2.3 Gasaansluiting 3/4"
De installatie van de gasleiding en gaskraan moet voldoen aan de geldende plaatselijke en/of landelijke
voorschriften. De gaskraan, moet zich binnen handbereik vanaf het toestel bevinden [3]. Bij afpersen van
de aansluitleiding boven 60mbar moet deze gaskraan gesloten worden. Pas bij twijfel over meekomend vuil
een gasfilter toe. Blaas in ieder geval de gasleiding volgens de regels door vóór ingebruikname van het toe-
stel. Indien het toestel moet worden omgebouwd naar een ander type gas dan aangegeven op de type
plaat, moet contact worden opgenomen met de leverancier van het toestel. Deze kan u adviseren welke
onderdelen vervangen moeten worden om het toestel correct op de gewenste gassoort te laten functione-
ren [3] kolom Q.
35