Visuele Controle - Weinmann MEDUMAT Transport Mode D'emploi

6.2 Visuele controle

Opmerking:
Bij het slangsysteem voor eenmalig gebruik kunt u alleen de componenten voor
meermalig gebruik van het slangsysteem voor eenmalig gebruik loskoppelen. Een
verdere demontage van het slangsysteem voor eenmalig gebruik is niet toegestaan.
1. Demonteer het slangsysteem voor meermalig gebruik (zie "5.5 Demontage van het
slangsysteem voor meermalig gebruik" op pagina 94)
of
koppel de componenten voor meermalig gebruik los van het slangsysteem voor eenma-
lig gebruik (zie "5.6 Demontage van het slangsysteem voor eenmalig gebruik" op
pagina 96).
2. Controleer alle componenten voor meermalig gebruik op scheuren of overige mechani-
sche beschadigingen. Let daarbij op de volgende punten:
• Het patiëntventiel alsmede de connectors mogen geen uitwendige
beschadigingen, scheuren of vervuilingen vertonen.
• De slangaansluitingen alsmede de patiëntventieldelen moeten stevig en goed op
de aansluitstukken zitten.
• Het PEEP-regelmembraan en het terugslagklep-membraan mogen geen
beschadigingen of vervormingen vertonen. Verwissel gerimpelde, scheve,
verkleurde of kleverige membranen absoluut. Ze mogen in geen geval meer voor
beademing worden gebruikt, aangezien anders aanzienlijke functiestoringen
kunnen ontstaan.
• De met "TOP" gemarkeerde zijde van het PEEP-regelmembraan moet naar
boven wijzen (geldt alleen voor slangsysteem voor meermalig gebruik). Anders
ontstaan er storingen van het patiëntventiel en loopt de patiënt zodoende
gevaar.
• De pijl op het regeldeksel van het patiëntventiel moet in richting BiCheck
flowsensor wijzen (geldt alleen voor slangsysteem voor meermalig gebruik).
• De verbindingsleiding BiCheck flowsensor mag geen scheuren of vrijliggende
kabels vertonen.
• De PEEP-regelslang moet correct met het regeldeksel en de drukmeetslang
correct met het drukmeetaansluitstuk aan de zijkant van het basishuis van het
patiëntventiel worden verbonden.
• Bij MEDUMAT Transport met CO
uitgang bevestigd zijn. Bij MEDUMAT Transport zonder CO
CO -uitgang met de afsluitstop zijn afgesloten.
2
Functiecontrole
102
NL
-meting moet de CO
2
-meetslang op de CO
2
-meting moet de
2
-
2