4.2 Uitademsysteem
13
4.3 Aanleggen van het masker
1. Stel de voorhoofdsteun van het masker in (indien aanwezig).
2. Verbind de hoofdkap c.q. de hoofdbanden met het masker.
3. Leg het masker aan.
4. Stel de hoofdkap c.q. de hoofdbanden zodanig in dat er slechts een geringe druk van
de maskervoering ontstaat om drukplaatsen in het gezicht te vermijden.
De verdere werkwijze staat vermeld in de gebruiksaanwijzing van het desbetreffende
masker.
4.4 Ademluchtbevochtiger
De mof aan het einde van de vouwslang heeft een diame-
ter van 19,5 mm en past over een 22 mm standaardconus.
Steek de mof op het uitademsysteem.
Het uitademsysteem maakt het u mogelijk om ook bij een
eventuele uitval van het apparaat door de neus of de
mond te ademen. Volledige gezichtmaskers moeten bo-
vendien met een veiligheidsventiel zijn uitgerust. Zet het
masker zo snel mogelijk af. Controleer eerst of er een
stroomuitval heeft plaatsgevonden. Neem de gebruiksaan-
wijzing van uw uitademsysteem
Bij gebruik van de ademluchtbevochtiger
tussen de SOMNOsoft +
ken. De ingangaansluiting en de elektrische aansluiting
van de verwarmingsstaaf moeten daarbij naar de
SOMNOsoft + wijzen. Zie daarvoor ook de bijbehorende
gebruiksaanwijzing.
in acht.
13
en het slangsysteem
1
Opstelling van het apparaat
wordt deze
34
gesto-
12
51