11. Bediening
a) Het actieve filter van de versterker
De versterker is met een actieve filter uitgerust, die het mogelijk maakt voor de achterste kanalen een hoogdoorlaat-
resp. laagdoorlaatfilter te schakelen. Voor de voorste kanalen is een hoogdoorlaatfilter beschikbaar.
De scheidingsfrequenties kunnen hierbij traploos worden ingesteld.
De frequentiefilterschakelaar REAR (2) beïnvloedt het actieve filter voor de achterste luidsprekeruitgangen:
•
FULL
Actief filter uitgeschakeld, het versterkerkanaal geeft het gehele frequentiebereik weer.
•
HPF
Hoogdoorlaatfilter ingeschakeld, de versterkertak geeft alleen het frequentiebereik boven de met de regelaar
HPF (1) ingestelde frequentie weer.
•
LPF
Laagdoorlaatfilter ingeschakeld, de versterkertak geeft alleen het frequentiebereik onder de met de regelaar
REAR LPF (3) ingestelde frequentie weer.
De frequentiefilterschakelaar REAR (10) beïnvloedt het actieve filter voor de voorste luidsprekeruitgangen:
•
FULL
Actief filter uitgeschakeld, het versterkerkanaal geeft het gehele frequentiebereik weer.
•
HPF
Hoogdoorlaatfilter ingeschakeld, de versterkertak geeft alleen het frequentiebereik boven de met de regelaar
FRONT HPF (11) ingestelde frequentie weer.
75