3.2.2 Gebruik als reinigingsmachine
(Clean Tec)
• Voor het gebruiken moet U de bodem grof
reinigen en elk afval verwijderen.
• Sluit U de machine op de stroom aan.
• Drukt U de veiligheidsschakelaar naar het mid-
den van de greep en trekt U de starthendel op de
linker- en rechterkant naar zich toe. Daarmee start
U de motor en zet U de machine in bedrijfsmodus.
• Druk de handgreep naar beneden en brengt U
de machine daarmee in een schuine positie.
• Tijdens het gebruik beweegt de machine naar
links als U de handgreep nog verder verlaagd,
en naar rechts als U deze weer verhoogd. Houdt
U de greep in een centrale positie, dan werkt de
machine op zijn plaats.
Verlagen van de greep/greepeenheid = BEWE-
GING NAAR LINKS
Verhogen van de greep/greepeenheid = BEWE-
GING NAAR RECHTS
• De vloeistoftoevoer kunt U reguleren, door de
hendel direct aan de water tank naar boven te
trekken.
• Laat een beetje reinigingsvloeistof op de
bodem vloeien en begint U met de reiniging.
Beweeg de machine in een spiraalvormige bewe-
ging over de reinigingsvloeistof.
• Het wordt aanbevolen, de vervuilde reinigings-
vloeistof naar mogelijkheid snel van de bodem te
verwijderen.
• Als U de starthendels onder de grepen weer
loslaat, houdt de machine meteen op te werken.
• Om de machine in uitgeschakelde modus te
transporteren, brengt U de greepeenheid in een
verticale positie tot deze vastklikt.
• Kantelt U de machine nu licht naar achter, tot
deze op beide wielen staat.
• Verwijdert U de borstels na gebruik en reinigt
U deze. Slaat U de machine alleen op een droge
plek en bij normale ruimtemperatuur (nooit
onder 0 °c) op.
6 NL
Montage van de watertanks aan de MENZER
ESM 406
• Aan de greepeenheid zijn twee haken, die voor
de kabelopwikkeling en voor het aanbrengen van
de watertanks dienen. Voor de montage van de
tanks moet de bovenste bevestiging met behulp
van een inbussleutel iets losgedraaid worden. Nu
kan de bevestigingsnok aan de onderkant van de
watertank in de daarvoor bestemde uitsparing
van de onderste bevestiging ingehaakt worden.
• Houdt U nu de watertank zo, dat de nok van
de tankbovenkant precies onder de uitsparing
van de bovenste bevestiging is. Nu kan de
bevestiging naar beneden geschoven worden
tot de nok in de bevestiging vastklikt. Schroeft
U nu de schroeven weer vast. Sluit U afsluitend
de waterslang aan het verbindingsstuk van de
borstelsafdekking aan.
• Door voorzichtig losmaken en verschuiven
kunt U de hele tank zo verschuiven, dat de
hendel voor het waterventiel aan de tank binnen
comfortabel bereik is. Vergeet U niet, daarna de
bevestigingsschroeven weer vast te draaien.
3.2.3 Waarschuwingen voor reinigingswerk-
zaamheden
• Deze machine is niet geschikt voor de reiniging
van oppervlakten, waarop zich giftige vloei-
stoffen of substanties bevinden. Gebruikt U de
machine niet op trappen.
• De machine is alleen voor het gebruik binnen
geschikt en mag niet op straten worden gebruikt.
• Controleert U altijd, of de betroffen vloercoa-
ting voor de reinigingsvorm geschikt is.
• Bijzondere voorzicht bestaat aan plekken, die
met een gedrukte puntelastische bodem uitge-
rust zijn, zoals bijv. Sporthallen.
• Controleert U voor gebruik van de machine
steeds, of alle onderdelen in een goede staat
zijn.
• Gebruikt U nooit accessoires, die alleen voor
droogwerken geschikt zijn, op een natte bodem.
• Tilt U de machine nooit aan de start-/veilig-
heidsschakelaar op.
• Als U andere dan de daarvoor bestemde slijp-
zolen en borstels gebruikt, kan dit de veiligheid
verminderen.
5.2 Oplossen van storingen
Probleem
De machine funktioneert niet.
De machine springt.
U hoort vreemde geluiden.
4. Opslag
De machine mag niet aan vochtigheid blootge-
stelt worden. Het aansluitingskabel is voor het
opslaan van de stroom te onderbreken.
5. Onderhoud
5.1 Verzorging en onderhoud
BELANGRIJK: Let U er altijd op, dat de stekker uit
het stopcontact wordt getrokken, voordat U de
machine onderhoud!
• Houdt U de machine zuiver, doordat U deze
regelmatig met een vochtig doekje reinigt.
• Houdt U de slijpzool en de borstels in een
goede staat.
• Vervangt U meteen versleten of bschadigde
onderdelen en zorgt U voor ieder aanschakelen,
dat het aansluitingskabel niet beschadigd is.
• Verwijdert U de borstel en de padhouder na
ieder gebruik. Reinig de onderdelen en bewaart
U deze op een droge plek.
Mogelijke oorzaak
1. Controleert U, of de stekker goed in het stop-
contact zit.
2. Eventueel krijgt de stekker geen elektische
spanning. Controleert U de zekering en de
Aan-/Uit-schakelaar op schade.
1. Eventueel heeft U de borstels zonder droog of
vochtig reinigingsmiddel gebruikt.
2. Controleert U, of de slijpzool/ borstel in de
juiste positie zitten. Zet U de slijpzool of de
borstel correct erop.
Eventueel zijn de schroeven aan het chassis los
en moeten weer vastgeschroeft worden.
NL 7