Calista G 2 CH 24, code 600015
2.11 Reden van een slechte werking
Situatie
De elektrode geeft geen vonk.
De elektrode geeft vonken
maar de brander gaat niet
aan.
De brander slaat niet aan.
De brander slaat aan maar
gaat in veiligheid.
De ketel is luidruchtig
De ketel is te koud tegenover
de aanvraag van de regeling
De temperatuur van het
sanitaire warm water is te
laag.
Gebruiksaanwijzing "1206"
Waarschijnlijke redenen
De ketel is niet onder spanning.
Onregelmatigheid in de
ontstekingscircuit.
De gaskraan is gesloten.
De gasdruk op het net is te laag.
Er is geen aanvraag voor
verwarming.
De elektroklep van de
gasregelblok opent zich niet.
Onregelmatigheid in de lucht
omloop.
Verstopping aan de uitlaat van de
verbrandde gassen.
Er is geen vlamdetectie.
De elektrode geeft geen vonk.
Elektrische onregelmatigheid.
De gasdruk op het net is te laag.
Onregelmatigheid op de
hydraulische omloop.
De vastgelegde temperatuur op
de kamerthermostaat is te laag.
Lucht in het bovenste deel van de
warmtewisselaar.
De vastgelegde temperaturen van
de sanitaire en/of
maxi-thermostaten is te laag.
-
Aktie
-
De lijn 230 V kontroleren.
-
De elektrische aansluitingen controleren.
-
D e
s p re i d i n g
e n
d e
ontstekingselektrode kontroleren (fig. 17)
-
De gaskraan openen.
-
De druk aan de ingang kontroleren en ontluchten.
-
Kontroleren dat het diafragma aangepast is aan het
gebruikte gas.
-
De ketelthermostaat regelen en eventueel de
kamerthermostaat regelen om een aanvraag van
verwarming te veroorzaken.
-
Kontroleren dat de veiligheid "te weinig water"
voldoening heeft.
-
De lijn 230 V kontroleren.
-
De gasregelblok kontroleren.
-
De ventilator kontroleren.
-
De goede aansluiting en de goede werkingstaat
kontroleren van de buis die de druk opneemt aan de
uitgang van de ventilator en die aan de gasregelblok
aangesloten is.
-
Het volledige uitlaatsysteem controleren (aansluitbuis
en schoorsteen).
-
De goede staat kontroleren van de ionisatie elektrode,
haar kablering en haar positie (fig. 17).
-
De aardekablering kontroleren.
-
De elktronische doos kontroleren.
-
Zie "Situation n° 1" hierbovene
-
De goede werking van de elektrogaskleppen
kontroleren (volledige opening).
-
De goede staat kontroleren van de ionisatie elektrode,
haar kablering en haar positie (fig. 17).
-
De aardekablering kontroleren.
-
De elktronische doos kontroleren.
-
De filter kontroleren (ingang gasblok of gasvoeding)
en hem reinigen indeien nodig.
-
Kontroleren dat het diafragma aangepast is aan het
gebruikte gas.
-
Kontroleren dat de hydraulische omloop goed ontlucht
is.
-
De hydraulische druk kontroleren (1,5 tot 2 bar).
-
De temperatuur op de thermostaat hoger zetten.
-
De warmtewisselaar ontluchten.
-
De vastgelegde temperatuur vand e thermostaten
(60 °C sanitair - 85 °C Maxi) kontroleren.
p o s i t i e
v a n
d e
13