q
w
r
HOOFDSTUK 3. BASISSTEKEN
e
Rechte steek
q Steekkeuze
w Voet
e Bovendraadspanning
r Steeklengte
z Zet het voetje omhoog en plaats de stof onder de
voet. Draai het handwiel naar u toe tot de naald op
de juiste plaats in de stof steekt.
Laat het voetje op de stof zakken en houd de 2
draden naar achteren toe vast.
Druk daarna de voetweerstand in.
Geleid de stof rustig langs de geleidingslijnen onder
de voet door en trek of duw niet aan de stof.
x Voor het afhechten van de steek drukt u de retour
knop even naar beneden en naai enkele steken
achteruit. Draai het handwiel naar u toe tot de
draadhevel in de hoogste stand staat.
Plaats nu het voetje omhoog en trek de stof schuin
naar achteren toe, onder het voetje weg.
c Snijd of knip de draden door.
Veranderen van naairichting
Stop met naaien en draai daarna het handwiel naar u
toe tot de naald in de stof staat.
Zet het voetje omhoog.
Draai de stof, waarbij u de naald als draaipunt
gebruikt. Laat het voetje op de stof zakken en naai
verder in de nieuwe naairichting.
22
A of B
Zigzagvoet
2-6
1.5-4