q
w
e
z x
c
v
r
b
n
w
m
knoopsgat
q Steekpatroon:
w Persvoet:
e Draadspanning: 1 – 5
r Steeklengte:
Knoopsgatsteekdichtheid aanpassen
Zet de steeklengteknop tussen "
knoopsgatsteekdichtheid in te stellen.
z Markeer de knoopsgatlengte op de stof.
Plaats de stof onder de persvoet met de
knoopsgatmarkering in uw richting.
x Trek zowel de boven- als de onderdraad naar
links.
Trek de onderdraad naar links door het gat in het
voetje. Plaats de stof onder het voetje en breng de
naald omlaag bij het beginpunt van de
knoopsgatmarkering. Laat vervolgens het
persvoetje zakken.
c Zet de selectieknop voor steekpatronen op "
Naai vooruit totdat u de voorste markering van
het knoopsgat hebt bereikt. Stop met naaien bij een
linkersteek.
v Zet de selectieknop voor steekpatronen op "
Naai 5 steken en stop bij een rechtersteek.
b Zet de selectieknop voor steekpatronen op "
Naai totdat de naald de eindmarkering w bereikt van
het knoopsgat. Stop bij een rechtersteek.
n Zet de selectieknop voor steekpatronen op "
Naai 5 steken en stop dan met naaien. Zet de
steeklengteknop op "0" en stel de selectieknop voor
steekpatronen in op het maken van rechte steken.
Naai enkele afhechtsteken.
m Zet de naald en de persvoet omhoog. Verwijder de
stof uit de machine en knip de naaidraad af. Plaats
een speld in de bartack.
Snijd vervolgens het knoopsgat open met het
tornmesje. Zorg dat geen steken doorsnijdt.
30
knoopsgatvoet
" om de
".
".
".
".