94 | Nederlands
ondersteunt, moet u uw hand aan beide kanten altijd
op een afstand van ten minste 100 mm van het zaag-
blad houden. Gebruik deze zaag niet om stukken te za-
gen die te klein zijn om veilig vastgeklemd of met de
hand vastgehouden te worden. Als uw hand te dicht bij
het zaagblad wordt geplaatst, bestaat er een verhoogd ri-
sico op letsel door contact met het zaagblad.
Het werkstuk moet stationair en vastgeklemd zijn of
u
tegen zowel de geleider als de tafel worden gehouden.
Voer het werkstuk niet in het zaagblad of zaag op geen
enkele manier uit de vrije hand. Niet vastgeklemde of
bewegende werkstukken zouden met hoge snelheden
weggeslingerd kunnen worden en zo letsel kunnen ver-
oorzaken.
Duw de zaag door het werkstuk. Trek de zaag niet
u
door het werkstuk. Zo gaat het zagen in zijn werk: u
tilt de zaagkop omhoog en trekt deze zonder te zagen
over het werkstuk heen, u start de motor, duwt de
zaagkop omlaag en u duwt de zaag door het werkstuk.
Zagen met een trekkende beweging kan het zaagblad naar
de bovenkant van het werkstuk laten klimmen en daar-
door kan het zaagblad met geweld in de richting van de
bediener worden geslingerd.
Beweeg nooit met uw hand over de geplande zaaglijn
u
voor of achter het zaagblad. Het met gekruiste handen
ondersteunen van het werkstuk, d.w.z. het werkstuk met
rechts vasthouden en het zaagblad met links of omge-
keerd, is heel gevaarlijk.
Kom achter de geleider niet met uw handen binnen
u
een afstand van 100 mm van het draaiende zaagblad,
om houtafval te verwijderen of om enige andere re-
den. Het is misschien niet meteen duidelijk dat het draai-
ende zaagblad zo dicht bij uw hand is en u zou ernstig ge-
wond kunnen raken.
Controleer uw werkstuk vóór het zagen. Als het werk-
u
stuk gebogen of krom is, klem dit dan met de naar bui-
ten gebogen kant naar de geleider toe. Zorg er altijd
voor dat er langs de zaaglijn geen opening is tussen
het werkstuk, de geleider en de tafel. Gebogen of
kromme werkstukken kunnen draaien of verschuiven en
ertoe leiden dat het draaiende zaagblad tijdens het zagen
klem komt te zitten. Er mogen geen spijkers of vreemde
voorwerpen in het werkstuk zitten.
Gebruik de zaag pas, als de tafel vrij is van alle ge-
u
reedschappen, houtafval enz. en er alleen het werk-
stuk op ligt. Kleine stukjes afval of losse stukken hout of
andere voorwerpen die met het draaiende zaagblad in
aanraking komen, kunnen met een hoge snelheid worden
weggeslingerd.
Zaag maar één werkstuk tegelijkertijd. Meerdere op el-
u
kaar gestapelde werkstukken kunnen niet goed worden
vastgeklemd of vastgezet en kunnen ervoor zorgen dat
het zaagblad tijdens het zagen klem komt te zitten of ver-
schuift.
Zorg ervoor dat de verstekzaag vóór gebruik op een
u
vlakke, stevige ondergrond wordt gemonteerd of ge-
1 609 92A 5U6 | (14.10.2020)
plaatst. Een vlakke en stevige ondergrond vermindert het
risico dat de verstekzaag onstabiel wordt.
Plan uw werk. Telkens als u de instelling voor de
u
schuinte of verstekhoek wijzigt, moet u ervoor zorgen
dat de verstelbare geleider correct is ingesteld voor
ondersteuning van het werkstuk en het zaagblad of de
beschermkap niet hindert. Maak zonder de machine in
te schakelen en zonder werkstuk op de tafel met het zaag-
blad een volledige gesimuleerde zaagbeweging om er ze-
ker van te zijn dat er geen obstakels zijn of dat er geen ge-
vaar is voor het doorzagen van de geleider.
Zorg voor voldoende ondersteuning, zoals tafelverlen-
u
gingen, zaagbokken, enz., voor een werkstuk dat bre-
der of langer is dan de bovenkant van de tafel. Werk-
stukken die langer of breder zijn dan de verstekzaag, kun-
nen zonder een veilige ondersteuning kantelen. Als het af-
gezaagde stuk of het werkstuk kantelt, kan het de onder-
ste beschermkap optillen of door het draaiende zaagblad
worden weggeslingerd.
Gebruik geen andere persoon als vervanging voor een
u
tafelverlenging of als extra ondersteuning. Onstabiele
ondersteuning voor het werkstuk kan ervoor zorgen dat
het zaagblad klem komt te zitten of dat het werkstuk tij-
dens het zagen verschuift, waardoor u en uw helper in het
draaiende zaagblad worden getrokken.
Het afgezaagde stuk mag absoluut niet tegen het
u
draaiende zaagblad worden geklemd of gedrukt. Als
het afgezaagde stuk ingesloten zit, d.w.z. bij het gebruik
van lengteaanslagen, dan zou het tegen het zaagblad vast
kunnen komen zitten en met geweld weggeslingerd kun-
nen worden.
Gebruik altijd een lijmklem of een spaninrichting die
u
speciaal voor het ondersteunen van rond materiaal als
stokken e.d. is ontworpen. Stokken hebben de neiging
om tijdens het zagen te gaan rollen, waardoor het zaag-
blad gaat "bijten" en het werkstuk met uw hand in het
zaagblad trekt.
Laat het zaagblad zijn volle snelheid bereiken, voordat
u
u dit met het werkstuk in aanraking brengt. Dit vermin-
dert het risico dat het werkstuk weggeslingerd wordt.
Als het werkstuk of het zaagblad klem komt te zitten,
u
schakelt u de verstekzaag uit. Wacht tot alle bewegen-
de delen tot stilstand zijn gekomen en trek de stekker
uit het stopcontact of verwijder de accu. Maak het
klemzittende materiaal dan vrij. Als u met een klemzit-
tend werkstuk doorgaat met zagen, dan verliest u de con-
trole of wordt de verstekzaag beschadigd.
Nadat het zagen voltooid is, laat u de schakelaar los,
u
houdt u de zaagkop omlaag en wacht u tot het zaag-
blad tot stilstand is gekomen, voordat u het afgezaag-
de stuk verwijdert. Het is gevaarlijk om met uw hand in
de buurt van het uitlopende zaagblad te komen.
Houd de handgreep stevig vast, wanneer u een onvol-
u
ledige zaagsnede maakt of wanneer u de schakelaar
loslaat, voordat de zaagkop zich helemaal in de onder-
ste positie bevindt. Het afremmen van de zaag kan er-
Bosch Power Tools