PROBLEMEN MET UW PROJECTOR OPLOSSEN
Raadpleeg de volgende tips om eventuele problemen met uw projector op te lossen.
Probleem - Mogelijke oplossing
Geen beeld op het scherm
Gedeeltelijk, rollend of foutief weergegeven
beeld
Het beeld is onscherp
Het beeld is uitgerekt
Projector stopt
De ventilator stopt en daarna stopt de
projector
Controleer of de externe graphics-poort is
ingeschakeld indien u een laptop gebruikt.
Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten. (zie
pagina 5).
Controleer of de pinnen van de aansluitingen niet
gekromd of gebroken zijn.
Klik met de rechtermuisknop op een ongebruikt
deel van uw bureaublad, klik op Eigenschappen en
selecteer het tabblad Instellingen.
Controleer of de externe monitorpoort is ingesteld op
640 x 480, 800 x 600 of 1024 x 768 pixels.
Bij problemen om de resolutie te veranderen of als
uw monitor blokkeert, alle apparatuur en de projector
opnieuw opstarten.
Als het probleem aanhoudt, het (video)
stuurprogramma van de graphics card van uw
computer bijwerken naar de laatste versie en
nogmaals testen met de projector.
De focusring op de projectorlens bijdraaien.
Controleer of het projectiescherm op de vereiste
afstand van de projector staat (60 cm [24"] of 366 cm
[144"]).
Stel het menu Image Size in op de juiste
beeldverhouding voor de weergegeven
signaalvideobron.
De projector is oververhit. Schakel het scherm
opnieuw in nadat de projector is afgekoeld. Neem
als het probleem aanhoudt contact op met de
klantendienst.
Een ventilator is stuk en de projector wordt
automatisch uitgeschakeld. Neem als het probleem
aanhoudt contact op met de klantendienst.
DU-12