4.1 Inspectie
De terugstroomafsluiter moet één maal per
maand door de exploitant of diens gemach-
tigde worden geïnspecteerd.
Hierbij moet de noodafsluiter worden gecon-
troleerd door hem meerdere malen te ope-
nen en te sluiten.
Attentie a.u.b., dat na beëindiging van de in-
spectie de noodafsluiter geopend moet zijn!
4.2 Onderhoud (afb. 7-9)
De bijgevoegde inspectie- en onderhouds-
kaart dient in de directe buurt van de Staufix
SWA te worden aangebracht (DIN 1986-3).
Attentie:
●
Geen fabrieksgarantie bij onvoldoende
onderhoud!
●
Het ontbreken van onderhoud kan de ver-
zekeringsbescherming in gevaar brengen!
De terugstroomafsluiter moet minimaal eens
4. Inspectie en onderhoud
Afb. 7
a) Noodafsluiter met hand-
hendel afsluiten.
b) Deksel verwijderen
Klephouder (d)
73
Afb. 8
a) Inschuifonderdelen eruit
trekken
b) Alle onderdelen reinigen
c) Pakkingen controleren
Glijmidel gebruiken!
Afb. 9
a) pakkingen van de inschui-
fonderdelen buiten en gelei-
dingsonderdeel
van
de
klepsluiters met glijmiddel
(bv. armaturenvet) insmeren
b) Inschuifonderdelen
exact
plaatsen
c) Dekselmontage 4.2.1 in acht
nemen (zie pagina 12)
d) Zitting klephouder controleren
e) Functiecontrole conf. 3.3 uit-
voeren.