NomoLine-O-adapter
Uitsluitend voor gebruik bij één patiënt
INDICATIES
De NomoLine®-productfamilie is geïndiceerd voor meting van de ademhalingsfrequentie en ademhalings- en anesthetische
gassen bij volwassen, kinderen, baby's en pasgeborenen. De NomoLine-productfamilie omvat apparaten voor gebruik
bij één patiënt en apparaten voor meervoudig gebruik voor gasbemonstering en/of het toedienen van zuurstof. De
NomoLine-productfamilie is geïndiceerd voor gebruik door klinische professionals in gezondheidszorginstellingen,
inclusief mobiele omgevingen.
BESCHRIJVING
Wanneer de NomoLine-O-adapter met een NomoLine®-bemonsteringslijn wordt gebruikt, zorgt hij voor compatibiliteit
tussen de NomoLine en de gasanalysator voor capnografie die een bemonsteringslijn met een luer-connector met enkele
draai toestaat.
WAARSCHUWINGEN, LET OP-MELDINGEN EN OPMERKINGEN
• Raadpleeg altijd de gebruikershandleiding van de bemonsteringslijn en de gasanalysator voor capnografie voor
complete of aanvullende instructies.
• Gebruik geen adapters die beschadigd of verkleurd lijken, omdat deze tot letsel bij de patiënt kunnen leiden.
• Gebruik geen adapters die niet goed aan de bemonsteringslijn of compatibele gasanalysator kunnen worden bevestigd,
omdat anders beschadiging of scheiding kan optreden.
• Gebruik geen adapter met gasanalysator zonder aangesloten bemonsteringslijn, anders start de pomp en worden de
gasmetingen ingeschakeld.
• Draai de adapter niet te vast aan de gasanalysator voor capnografie, want dan kan de adapter beschadigd raken.
• Gebruik een bemonsteringslijn niet opnieuw, om kruisbesmetting te voorkomen.
• Alle adapters zijn ontworpen voor gebruik met gasanalysatoren voor capnografie met luer-stijl aansluiting. Controleer
voor gebruik de compatibiliteit, omdat incompatibiliteit tot slechte prestaties en/of letsel bij de patiënt kan leiden.
• Als de bemonsteringslijn of de gasanalysator voor capnografie niet goed op de adapter wordt aangesloten, kunnen de
resultaten onnauwkeurig zijn.
• Dompel de bemonsteringslijn en adapter niet in een reinigingsoplossing en steriliseer deze niet door middel van straling,
stoom, gas, ethyleenoxide, in een autoclaaf of via een andere methode. De bemonsteringslijn en adapter kunnen hierdoor
zwaar worden beschadigd.
INSTRUCTIES
1. Open het zakje en verwijder de NomoLine-O-adapter.
2. Zie Afb. 1. Sluit de NomoLine-bemonsteringslijn aan op de adapter.
3. Zie Afb. 2. Steek de bemonsteringslijnen met de NomoLine-O-adapter in de compatibele gasanalysator.
4. Draai de bemonsteringslijn met de NomoLine-O-adapter rechtsom in de gasbemonsteringspoort van het compatibele
toestel tot bemonsteringslijn stevig op zijn plaats zit. Niet te vast aandraaien (zie Voorzorgsmaatregelen en
Waarschuwingen).
5. Om de bemonsteringslijn te vervangen of te verwijderen, draait u de NomoLine-O-adapter linksom van de
gasbemonsteringsinlaat van het toestel.
6. Koppel de bemonsteringslijn los van de NomoLine-O-adapter.
REINIGING
De NomoLine-O-adapter is voor gebruik bij één patiënt en moet na gebruik worden afgevoerd in overeenstemming met
de plaatselijke regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval en moet voor elke nieuwe patiënt worden vervangen.
VERWIJDERING
Gooi het gebruikte product weg wanneer u de aangesloten bemonsteringslijn weggooit en overeenkomstig de plaatselijke
voorschriften voor biologisch gevaarlijk afval.
OMGEVING
Opslagtemperatuur
Vochtigheidsgraad bij opslag
Atmosferische druk bij opslag
Bedrijfstemperatuur
Vochtigheid tijdens bedrijf
Atmosferische bedrijfsdruk
G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
LATEX
PCX-2108A
02/13
–40-70 °C
10-95% RH (95% RH bij 40 °C)
20-120 kPa
0-50 °C
< 5 kPa H2O (niet-condenserend) (41% RH bij 50 °C)
52,5-120 kPa (< 4572 m)
Bij de productie is geen latex van natuurrubber gebruikt
15
nl
Niet-steriel
10797B-eIFU-0621