(41) Schakelaar MAIN OUTPUT 1 MONO
Als de MONO-schakelaar ingedrukt is, gebeurt de weergave van het uitgangssignaal via de MAIN OUTPUT
1-aansluiting (40) in mono. De balance-regelaar BAL 1 (18) heeft in deze stand geen functie.
(42) Aansluiting SUBWOOFER
XLR-aansluiting voor de achtergeschakelde subwoofer-versterker. Het uitgangsniveau wordt via de rege-
laars MAIN OUT 1 (16) en SUBWOOFER LEVEL (43) ingesteld.
(43) Regelaar SUBWOOFER LEVEL
De regelaar dient voor de voorinstelling van het uitgangsniveau voor de SUBWOOFER-aansluiting (42).
(44) Regelaar SUBWOOFER X/O
Stel de bassen-scheidingsfrequentie (30 – 200 Hz) in met de regelaar SUBWOOFER X/O.
(45) Aansluiting MAIN OUT 2
Cinch-aansluiting voor een volgende versterker. Het uitgangsniveau wordt via de MAIN OUT 2-regelaar
(17) ingesteld.
(46) Aansluiting TAPE
Op deze uitgang is het gemengde audio-uitgangssignaal (CH1 - CH5) van het mengpaneel beschikbaar. Het
REC-signaal wordt verder niet door de regelaars MAIN OUT (16 + 17) en BALANCE (18) beïnvloed.
Op deze bussen kunt u opnameapparaten, zoals bijv. een cassetterecorder, een MD-player of een CD-
recorder aansluiten en het signaal van het mengpaneel registeren.
(47) Aansluiting EFFECTS SEND FROM PFL
Op deze bus is het signaal PFL beschikbaar. Het signaal kan worden toegevoerd aan een extern effectap-
paraat. Het koptelefoon PFL-signaal en het EFFECTS SEND FROM PFL signaal zijn identiek.
(48) Aansluiting EFFECTS RETURN TO MAIN
De bus EFFECTS RETURN TO MAIN wordt hoofdzakelijk als ingang voor een bewerkt effectsignaal gebruikt.
De aansluiting kan echter ook als extra stereo-ingang gebruikt worden. Het signaal wordt via de regelaar
EFFECTS RET (27) geregeld.
(49) Netaansluiting
Het meegeleverde netsnoer wordt in de netaansluitbus geplugd.
(50) Netzekering
Hier bevindt zich de netzekering. Het vervangen van de zekering wordt verderop in deze gebruiksaanwij-
zing beschreven onder "Vervangen van de zekering".
(51) Schakelaar USB/CD
Met de ingangskeuzeschakelaar selecteert u tussen de USB- en de CD-aansluiting (signaalbron) van kan-
aal CH 4. Naargelang de stand van de schakelaar wordt de betrokken signaalbron weergegeven.
Voordat een keuzeschakelaar voor de ingang wordt omgeschakeld, moet het volume met de
overeenkomstige kanaalfader geminimaliseerd worden. Vanwege de mogelijke volumever-
schillen tussen de ingangsbronnen kan het volume anders plotseling zeer hoog zijn.
(52) Aansluiting INPUT USB
Aansluiting voor een weergave-apparaat met USB-uitgang, die via het kanaal CH4 kan worden weerge-
geven.
70