NEDERLANDS
Het stuur wordt bediend door ketting die de beweging van drijfwiel op het stuur naar kroonwiel op het weil over-
brengt. Voor het regelen van de speling die zich op het stuurwiel vormen kan, verplaatst u kettingspanner met
behulp van moeren .
.
1. Ketting
2. Drijfwiel
3. Kroonwiel
4. Kettingspanner
5. Bevestigingsmoeren kettingspanner
De remmen dienen om de rijdende veegmachine te stoppen en de machine stil te houden op hellende opper-
vlakten.
Het remsysteem werkt met de interne remschoenen op de achterwielen.
De bediening van rempedaal is mechanisch. Om het pedaal in de parkeerstand te blokkeren, gebruikt u hendel .
Wanneer de remschoenen de veegmachine niet meer voldoende afremmen, de rem afstellen met behulp van
Stelschroef remschoenen aan beide zijden van de achterwielen.
1. Blokkeerhendel rempedaal
2. Rempedaal
3. Stelschroef remschoenen
156
STUUR
(FIG.15)
REMMEN
(FIG.16)