In vochtige ruimtes, zoals badkamers,
het apparaat aansluiten op een stop-
contact met een voorgeschakelde aard-
lekbeveiliging.
Ongeschikte verlengsnoeren kunnen
gevaarlijk zijn. Uitsluitend een spatwa-
terdicht verlengsnoer met een doorsne-
de van minimaal 3x1 mm² gebruiken.
De verbinding van stekker en verleng-
kabel mag niet in het water liggen.
Als er verbindingen met het netsnoer of
de verlengkabel worden vervangen,
moet ervoor worden gezorgd dat de
spatwaterbescherming en de mechani-
sche sterkte behouden blijven.
De gebruiker moet het apparaat voor het
juiste doel gebruiken. De gebruiker moet re-
kening houden met de plaatselijke omstan-
digheden en speciaal letten op personen
die zich in de buurt bevinden.
Dit apparaat kan bediend worden door kin-
deren vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte lichamelijke, gevoelsmatige of
mentale capaciteiten of met gebrek aan er-
varing en kennis wanneer ze onder toezicht
staan en gewezen worden op het veilige
gebruik van het apparaat en de daarmee
samenhangende gevaren. Kinderen mo-
gen niet met het apparaat spelen. De reini-
ging en het onderhoud mogen niet zonder
toezicht uitgevoerd worden door kinderen.
Laat het apparaat niet zonder toezicht
achter zolang het aan staat.
Opgelet bij de reiniging van betegelde
muren met stopcontacten.
Voorzichtig
Let erop dat het netsnoer of een ver-
lengsnoer niet wordt beschadigd door-
dat men eroverheen rijdt, ze knikt, er te
hard aan trekt of dergelijke. Bescherm
de netsnoeren tegen hitte, olie en
scherpe randen.
Giet nooit oplosmiddelen, vloeistoffen
die oplosmiddelen bevatten of onver-
dunde zuren (bv. reinigingsmiddelen,
benzine, verfverdunner en aceton) in
de watertank omdat deze stoffen mate-
rialen in het apparaat aantasten.
48
Het apparaat mag tijdens het reinigen
niet gedragen worden.
Het apparaat moet op een stevige on-
dergrond staan.
Apparaat enkel gebruiken of opbergen vol-
gens de beschrijving resp. afbeelding!
De stoomhendel tijdens de werking niet
vastzetten.
Het apparaat tegen regen beschermen.
Niet buiten opslaan.
Veiligheidsinrichtingen
Voorzichtig
Veiligheidsinrichtingen dienen ter bescher-
ming van de gebruiker en mogen niet wor-
den gewijzigd of omzeild.
Drukregelaar
De drukregelaar houdt de druk in het water-
reservoir tijdens het gebruik zoveel moge-
lijk constant. Het verwarmingselement
wordt bij het bereiken van de maximale be-
drijfsdruk in het waterreservoir uitgescha-
keld en bij een drukvermindering in het
waterreservoir door het onttrekken van
stoom weer ingeschakeld.
Ketelthermostaat
Wanneer er geen water in de ketel zit, stijgt de
temperatuur in de ketel. De ketelthermostaat
schakelt de verwarming uit. Het opnieuw in-
schakelen van de verwarming is zolang onmo-
gelijk, tot de ketel gevuld wordt.
Veiligheidsthermostaat
Mocht de drukregelaar uitvallen en het ap-
paraat oververhit raken, dan schakelt de
beveiligingsthermostaat het apparaat uit.
Wend u voor het vrijschakelen van de be-
veiligingsthermostaat tot de bevoegde Kär-
cher-klantenservice.
Onderhoudsafsluiting
De onderhoudsafsluiting is tegelijkertijd
een overdrukventiel. Dit sluit de ketel af te-
gen de optredende stoomdruk.
Mocht de drukregelaar defect zijn en de
dampdruk in de ketel stijgen, dan gaat het
overdrukventiel open en treedt stoom via
de onderhoudsafsluiting naar buiten.
Wend u voor het opnieuw in gebruik nemen
van het apparaat tot de bevoegde Kärcher-
klantenservice.
– 7
NL