4.2.2 Toestel inschakelen bij
aansluiting op open
reservoir (zuigbedrijf)
4.3.
Drukregeling
4.4
Gebruik van
reinigingsmiddelen
☞
All manuals and user guides at all-guides.com
0
Het toevoegen van
reinigingsmiddelen is mogelijk
met de reinigingsmiddel-injector
(speciaal toebehoren).
1. Reinigingsmiddel
overeenkomstig voorschrift
van de producent
voorverdunnen.
2. Drukregeling aan de
spuitlans op minimale druk
instellen.
ATTENTIE!
Voor het ontluchten van het
systeem in korte intervallen het
spuitpistool meermaals
activeren.
20 seconden na het sluiten van
het spuitpistool wordt het toestel
automatisch uitgeschakeld. Het
toestel kan door het activeren
van het spuitpistool opnieuw in
bedrijf worden gesteld.
1. Zuigslang voor het
aansluiten op het toestel met
water vullen.
2. Hoofdschakelaar
inschakelen, schakelaar in
I
stand "M".
M
3. Spuitpistool ontgrendelen en
activeren.
Bij arbeidspauzen van meer
dan vijf minuten wordt het
toestel volledig uitgeschakeld.
4. Voor herstart
hoofdschakelaar opnieuw
activeren.
Max. aanzuighoogte = 3 m.
1. Draaiknop aan de
spuitinrichting draaien:
– hoge druk =
in de richting van de wijzers
van de klok (+)
– lage druk =
tegen de richting van de
wijzers van de klok (–)
3. De aangezogen
reiniginsmiddelhoeveelheid
kan geregeld worden door
aan de doseerklep van de
injector (speciaal
toebehoren) te draaien.
ATTENTIE!
Reinigingsmiddelen mogen
niet opdrogen. Het te reinigen
oppervlak zou anders
beschadigd kunnen worden!
71