4.3 Bijkomende functies
NL
B
4.3.1 Displayweergave
Bij bovenhoofdse montage van het apparaat kan
het display alle weergaven 180° gedraaid weerge-
ven, zodat de weergaven niet ondersteboven moe-
ten worden afgelezen.
1) Druk enkele keren op de toets MENU tot op het
display
2) Schakel met de toets UP of DOWN naar de
instelling
3) Sla de instelling op met de toets ENTER.
4.3.2 Draairichting van de ledrij
Als er twee of meerdere BEAM-8 / RGBW-appara-
ten synchroon via hetzelfde startadres worden
gestuurd of in de slavemodus gebruikt, stel dan de
draairichting van de ledrij bij een of meerdere appa-
raten tegengesteld in. De ledrijen draaien dan in
tegengestelde richting ten opzichte van elkaar (bv.
bij een apparatenpaar). Om de draairichting op een
apparaat om te schakelen:
1) Druk enkele keren op de toets MENU tot op het
display
2) Schakel met de toets UP of DOWN naar de
instelling
3) Sla de instelling op met de toets ENTER.
32
verschijnt.
.
verschijnt.
.
4.3.3 Reset (herstart)
Mocht het apparaat tijdens het gebruik niet naar
behoren kunnen worden bestuurd of is de ledrij
door externe invloed verdraaid, dan het apparaat
kan via menu-item
ENTER worden herstart.
In 39-kanaals DMX-bedrijf kan resetten ook via
de lichtregelaar gebeuren (
deel 2, laatste regel).
4.3.4 De fabrieksinstellingen van het apparaat
herstellen
Standaard is het apparaat als volgt ingesteld:
Functie
DMX-startadres
Draairichting van de ledrij
Displayweergave
Aantal DMX-kanalen
Fabrieksinstelling
Om de fabrieksinstellingen te herstellen, selecteert
u het menu-items
toets ENTER.
en drukken op de toets
DMX-tabel afb. 6,
Fabrieksinstelling
1
normaal
niet gedraaid
39
en drukt u vervolgens op de