Verhelpen Van Storingen - Bürkle AccuOne Manuel

AccuOne | EnergyOne
!
Opgelet!
Aandrijving altijd uitschakelen voordat
deze van de pomp wordt losgekoppeld!
9. Om de aandrijving van de pomp te halen
drukt u tegelijkertijd op de twee knoppen
aan het uitloopstuk van de pomp en trekt
de aandrijving eraf (afb. 10).
!
Opgelet!
De accu of de voeding mogen niet tijdens
werking van de pomp van de aandrijving
worden verwijderd (kans op beschadigen
van de elektronica).
De pomp mag niet droog lopen. Schakel
de pomp bij lege container onmiddellijk
uit (kans op beschadigen van de pomp).
Pompbuis en aansluitkop nooit tegen el-
kaar verdraaien!
2.1 De accu
De accu is opgebouwd met lithium-ionen-cel-
len, en kan altijd worden geladen. Het meege-
leverde laadtoestel verhindert overladen van
de accu. Om een te grote ontlading te voorko-
men moet de accu minstens om de 12 maan-
den worden geladen.
Laden van de accu:
1. Haal de accu uit de aandrijving door de
knoppen opzij te gebruiken (afb. 12).
2. Steek het laadsnoer in de laadbus van de
accu (afb. 13).
10
3. Steek het laadtoestel in het stopcontact. Tij-
dens het laden knippert het groene lampje.
De accu is volledig geladen wanneer het
lampje continu brandt. De laadtijd bedraagt
ca.1 uur, bij een netspanning van 230 V.
!
Opgelet!
Aan de insteekverbinding (laadbus) op de
accu mag alleen het meegeleverde laad-
toestel worden aangesloten. Een ongeschikt
laadtoestel kan de accu beschadigen en
overladen (brandrisico).
De accu mag niet worden blootgesteld
aan slagen of stoten. Daardoor kan hij be-
schadigd worden en daarbij grote hitte
ontwikkelen (brandrisico).
11
3. Reiniging, onderhoud en verzor-
ging
Het apparaat mag alleen volgens de gegevens
in deze gebruiksaanwijzing worden verzorgd
en gereinigd.
De pomp is onderhoudsvrij.
Voor het reinigen kunt u correcte reinigings-
vloeistoffen gebruiken, in overeenstemming
met het te verpompen medium. Let erop dat
de materialen van het apparaat niet worden
aangetast.
Reinig het apparaat door de pomp uit en af te
spoelen. Indien nodig kan de pomp van binnen
door verpompen van de reinigingsvloeistof
worden gereinigd. Neem daarbij de reeds ge-
noemde veiligheidsinstructies in acht.
De motor en de accu mogen niet in vloeistof
worden gedompeld.
De koppeling in de aansluitkop mag niet aan
vocht blootgesteld worden en mag dus niet
nat worden gereinigd.

4. Verhelpen van storingen

12
Storingen mogen alleen worden verholpen bij
losgekoppelde voeding of accu.
Het apparaat start niet
Apparaat niet ingeschakeld: Aan/Uit toets
indrukken, LED signaleert dat de pomp
standby is
Accu leeg: accu opladen
Voeding niet ingestoken: aansluiten aan
stopcontact
Aandrijving defect: apparaat opsturen naar
fabrikant
13
Aandrijving geblokkeerd: apparaat opsturen
naar fabrikant
Aandrijving loopt, maar pompt geen vloei-
stof
Viscositeit van de vloeistof te hoog (zie
Technische Gegevens)
Pomp verstopt: pomp spoelen c.q. reinigen
Vloeistof loopt uit tussen aandrijving en
pomp
pomp direct uitschakelen, vermoedelijk is de
aspakking defect, pomp vervangen of opsturen
naar fabrikant.
Als een reparatie nodig is dan kan het appa-
raat naar de fabrikant worden gestuurd of de
reparatie kan door een elektromonteur worden
uitgevoerd.
5. Verwijdering
Apparaten die vervuild zijn met gevaarlijke
stoffen moeten gereinigd worden of als ge-
vaarlijke stof worden afgevoerd!
De materialen van het gereinigde apparaat
kunnen gerecycled worden. Ze kunnen bij de
betreffende verzamelpunten worden afgegeven.
37