NL
4 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
4.1
Algemene veiligheidsinstructies voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING! Lees alle veiligheids-
instructies, werkinstructies, illustraties en
technische gegevens waarmee dit elektrisch
gereedschap is voorzien. Het niet naleven van
de onderstaande instructies kan elektrische
schokken, brand en/of ernstig letsel veroorzaken.
■
Bewaar alle veiligheidsinstructies en aan-
wijzingen voor toekomstig gebruik.
De in de veiligheidsinstructies gebruikte term
'elektrisch gereedschap' heeft betrekking op elek-
trische gereedschappen die op netspanning wer-
ken (met netsnoer) of op elektrische gereed-
schappen die op accuspanning werken (zonder
netsnoer).
4.1.1
Veiligheid op de werkplek
■
Zorg voor een schoon en goed verlicht
werkbereik. Wanorde of een gebrek aan
goede verlichting kunnen ongevallen veroor-
zaken.
■
Werk met het elektrische gereedschap
niet in een explosiegevaarlijke omgeving
met brandbare vloeistoffen, gassen of
stoffen. Elektrisch gereedschap veroorzaakt
vonken, die de stof of dampen kunnen laten
ontvlammen.
■
Houd kinderen en andere personen tij-
dens het gebruik van het elektrische ge-
reedschap uit de buurt. Wanneer u wordt
afgeleid, kunt u de controle over het elektri-
sche gereedschap verliezen.
4.1.2
Elektrische veiligheid
■
De aansluitstekker van het elektrische ge-
reedschap moet in de contactdoos pas-
sen. De stekker mag in geen geval worden
veranderd. Gebruik geen adapterstekker
in combinatie met elektrisch gereedschap
met randaarding. Ongemodificeerde stek-
kers en passende contactdozen verminderen
het risico van elektrische schokken.
■
Vermijd lichaamscontact met geaarde op-
pervlakken zoals bij buizen, verwarmin-
gen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat
een verhoogd risico op een elektrische schok
wanneer uw lichaam is geaard.
■
Stel elektrisch gereedschap niet bloot aan
regen of vocht. Wanneer er water in het
elektrische gereedschap binnendringt, ver-
hoogt dit de kans op een elektrische schok.
32
■
Gebruik het aansluitsnoer niet voor doel-
einden waarvoor deze niet is bedoeld. Het
snoer mag niet worden gebruikt om het
elektrische gereedschap te dragen, op te
hangen of om de stekker uit de contact-
doos te trekken. Houd het aansluitsnoer
uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen
of zich bewegende onderdelen van het ap-
paraat. Bij beschadigde of in de knoop ge-
raakte aansluitsnoeren is er een hoger risico
op een elektrische schok.
■
Wanneer u met een elektrisch gereed-
schap buiten werkt, dient u uitsluitend
een verlengsnoer te gebruiken dat ook ge-
schikt is voor gebruik buitenshuis. Door
het gebruik van een dergelijk, voor gebruik
buitenshuis geschikt verlengsnoer, neemt het
risico op een elektrische schok af.
■
Wanneer het gebruik van elektrisch ge-
reedschap in een vochtige omgeving niet
kan worden voorkomen, maakt u gebruik
van een aardlekschakelaar. Het gebruik
hiervan vermindert het risico op een elektri-
sche schok.
4.1.3
Veiligheid van personen
■
Wees oplettend en voer uw handelingen
bewust uit. Ga voorzichtig te werk bij het
gebruik van het elektrische gereedschap.
Gebruik geen elektrisch gereedschap
wanneer u moe bent of onder invloed bent
van drugs, alcohol of medicijnen. Wanneer
u een moment niet oplet, kan het elektrische
gereedschap ernstige verwondingen veroor-
zaken.
■
Draag een persoonlijke beschermingsuit-
rusting en altijd een veiligheidsbril. Het
dragen van een persoonlijke beschermings-
uitrusting verlaagt het risico op verwondin-
gen. Tot de uitrusting behoren, afhankelijk
van het type elektrisch gereedschap en de
toepassing ervan, bijv. een stofmasker, vei-
ligheidsschoenen met goede grip, een veilig-
heidshelm of gehoorbescherming.
■
Voorkom dat het apparaat onbedoeld in
gebruik wordt genomen. Controleer of het
elektrische gereedschap is uitgeschakeld
voordat u het op de voeding aansluit en/of
de accu plaatst, het optilt of draagt. Als u
bij het dragen van het elektrische gereed-
schap uw vinger op de schakelaar houdt of
het elektrische gereedschap ingeschakeld
aansluit op de netspanning, kan dit leiden tot
ongevallen.
Veiligheidsinstructies