Veiligheidsinstructies
■
Schakel het apparaat uit:
■
als het voor het transport over een ander
oppervlak dan gazon gekanteld moet
worden.
■
als het van en naar het te bewerken op-
pervlak wordt gehaald of gebracht.
■
Gebruik het apparaat nooit met beschadigde
afschermingen of beschermroosters of zon-
der gemonteerde afschermingen, bijv. keer-
schotten en/of grasvangers.
■
Schakel het apparaat aan de hand van de
gebruikshandleiding in en let op voldoende
afstand tussen de voeten en de beluchtings-
wals.
■
Bij het inschakelen mag het apparaat niet ge-
kanteld worden, alleen wanneer het voor het
inschakelen opgetild moet worden. Kantel het
in dit geval alleen voor zover dit absoluut
noodzakelijk is en til het alleen de van de ge-
bruiker af gerichte kant op. Zorg er altijd voor
dat beide handen zich op werkpositie bevin-
den voordat het apparaat terug wordt gezet
op de grond.
■
Transporteer het apparaat nooit als het is in-
geschakeld en de beluchtingswals draait.
■
Plaats nooit handen of voeten op of onder
draaiende delen. Blijf altijd uit de buurt van
de uitwerpopening.
■
Maak het apparaat altijd los van de voeding
(d.w.z. de uitneembare accu´s of batterijen
verwijderen) en ga na of alle bewegende de-
len geheel tot stilstand zijn gekomen:
■
altijd, voordat het apparaat onbeheerd
wordt achtergelaten
■
vóór het verhelpen van blokkades in het
apparaat of verstoppingen in het uitwerp-
kanaal
■
voordat u het apparaat controleert, reinigt
en eraan werkt
■
na aanraking met vreemde voorwerpen
■
altijd, als het apparaat abnormaal begint
te trillen
■
Inspecteer na contact met vreemde voorwer-
pen de machine op beschadigingen. Laat
een beschadigd apparaat repareren voordat
u het opnieuw opstart en ermee werkt.
■
Altijd als het apparaat abnormaal begint te
trillen moet het onmiddellijk gecontroleerd
worden:
■
Zoek naar schade.
■
Laat beschadigde delen repareren.
443166_a
■
Onderzoek het apparaat op losse onder-
delen en draai ze stevig vast.
Onderhoud en opslag
■
Draag bij onderhouds-, verzorgings- en reini-
gingswerkzaamheden altijd veiligheidshand-
schoenen.
■
Maak het apparaat los van de voeding (d.w.z.
evt. de inschakelblokkering bedienen, uit-
neembare accu´s of batterijen verwijderen)
voordat er instandhoudings-, onderhouds-,
reinigings- of repararziewerkzaamhedeen
worden uitgevoerd. Ga na of alle bewegende
delen volledig tot stilstand zijn gekomen en
laat het apparaat afkoelen.
■
Behandel het apparaat zorgvuldig en houd
het schoon.
■
Controleer en onderhoud het apparaat regel-
matig. Het apparaat mag alleen door een ser-
vicenederzetting van de fabrikant gerepa-
reerd worden.
■
Zorg ervoor, dat alle moeren, bouten en
schroeven stevig zijn aangedraaid en dat het
apparaat zich in een veilige bedrijfspositie
bevindt.
■
Vervang om veiligheidsredenen versleten of
beschadigde onderdelen. Er mogen alleen
door de fabrikant aanbevolen reserveonder-
delen en accessoires worden gebruikt.
■
Houd er bij het instandhouden van de beluch-
tingswals rekening mee dat hij kan bewegen,
ook als het apparaat is uitgeschakeld.
■
Houd er rekening mee dat bij apparaten met
meerdere beluchtingswalsen de draaiing van
een beluchtingswals de draaiing van de an-
dere beluchtingswalsen kan veroorzaken.
■
Let er bij het instellen van het apparaat op
dat uw vingers niet tussen de beluchtings-
wals en vaste delen van het apparaat inge-
kneld raken.
■
Laat het apparaat afkoelen voordat u het
voor een langere periode wegzet.
■
Bewaar het apparaat buiten het bereik van
kinderen als het niet wordt gebruikt.
4.3
Veiligheidsinstructies voor accu en
oplader
Neem de veiligheidsinstructies voor de accu en
de oplader in de afzonderlijke handleiding in acht.
Zie:
■
Gebruikshandleiding 443130: Accu´s
■
Gebruikshandleiding 443131: Opladers
35