1) Principeschema
2) Aansluitschema's
Zie de specifieke aansluitschema's per werkingsmode in bijlage.
Het starten/stoppen van de ventilator dient te gebeuren via de ingangen K1/K2/K3 (softstop) en niet door
de 230V voeding te onderbreken.
3) Werkingsmodes
De controlebox CB2 TAC5 F kan in 4 modes geconfigureerd worden:
MODE CA :
De installateur definieert 3 constante debieten (m³u K1, m³u K2 et m³u K3).
Deze worden geactiveerd via de ingangen K1/K2/K3
MODE LS :
De debietwaarde staat in functie van een 0-10V signaal dat op ingang K2 is aangesloten (lineaire relatie).
De relatie LS wordt vastgelegd door 4 ingegeven waarden Vmin, Vmax, m³u≡Vmin en m³u≡Vmax.
Principeschema :
MODE CPf :
Het luchtdebiet wordt automatisch aangepast om zo een berekende drukwaarde constant te houden.
MODE CPs :
CB2 TAC5 F
De waarde m³u≡Vmin kan hoger of lager zijn dan m³u≡Vmax.
In de geavanceerde setup is het mogelijk om de ventilatoren te
stoppen indien het ingangssignaal lager of hoger ligt dan de
ingegeven limieten.
Installatie handleiding
7
20210324