Aanwijzingen
voor de keuze-
schakelaar
Een verkeerde instelling van de keuze-schakelaar kan volgende gevolgen hebben:
-
Het laadapparaat geeft verkeerde testresultaten aan
-
De accu wordt niet volledig geladen
-
Het laadapparaat schakelt over naar storing
Keuzeschakelaar A/B in de juiste positie zetten:
-
in overeenstemming met het accutype
(A = natte-accu, B = gel-accu)
Verbinding met
de accu tot stand
brengen
Variant: Laadkabel met laadklemmen
1. Laadkabel op de aansluitbus van de acculader aans-luiten
2. Laadklem
3. Laadklem
carrosserie (bijv. motorblok) verbinden.
Variant: Laadkabel met systeemstekker
1. Laadkabel op de aansluitbus van de acculader aans-luiten
2. Systeemstekker (afhankelijk van de leverings-omvang) op de passende koppeling van
uw (boord-) net aansluiten. Let op de juiste polariteit!
Om de verbinding tussen acculader en accu te scheiden gaat u als volgt te werk:
Verbinding met
de accu scheiden
Variant: Laadkabel met laadklemmen
1. Acculader van het net scheiden
2. Laadklem
3. Laadklem
Variant: Laadkabel met systeemstekker
1. Acculader van het net scheiden
2. Systeemstekker (afhankelijk van de leverings-omvang) uit de passende koppeling van
uw (boord-) net trekken.
Testen
Algemeen
Sluit het apparaat tijdens de test niet aan op het stroomnet. De voeding van het apparaat
vindt bij alle tests plaats door te testen accu.
All manuals and user guides at all-guides.com
ATTENTIE! Gevaar van slechte resultaten van het werk bij onjuist ingestelde
keuzeschakelaar. Keuzeschakelaar overeenkomstig het gebruikte type accu
respectievelijk de accuspanning instellen.
WAARSCHUWING! Explosiegevaar door kortsluiting en vonken. Voor het
herstellen of loskoppelen van de verbinding met de accu, laadapparaat van het
stroomnet loskoppelen. Let tijdens het laden op een goede elektrische verbin-
ding van de accuklemmen met de accupolen.
(rood) met pluspool van de accu verbinden
(zwart) met de minpool van de accu resp. bij auto-boordnetten met
(zwart) van de acculader afnemen
(rood) van de acculader afnemen
WAARSCHUWING! Gevaar van persoonlijk letsel en materiële schade door
losliggende, draaiende auto-onderdelen. Bij werkzaamheden in de motorruimte
van de auto moet erop worden gelet dat handen, haren, kledingstukken en
laadkabels niet in contact komen met draaiende onderdelen, zoals V-riemen,
de ventilator, enz.
2