Configuratie van de rijregelaar
De rijregelaar beschikt over twee jumpers via welke
zowel de rijfunctie alsook het accutype geconfigureerd
kunnen worden.
Jumper "MODE":
• "Crawler": Werkmodus voor de Crawler-voertuigen; tussen vooruit- en achteruitrijden kan direct worden
overgeschakeld. Wanneer de gashendel aan de zender van vooruit- of achteruitrijden naar de middelste/
neutrale positie wordt bewogen, dan activeert de rijregelaar de motorrem. Voor vooruit- en achteruitrijden
staat telkens 100% van de aandrijfkracht ter beschikking.
• "Boat": Werkmodus voor modelschepen; tussen vooruit- en achteruitrijden kan direct worden overgescha-
keld. Wanneer de gashendel aan de zender van vooruit- of achteruitrijden naar de middelste/neutrale
positie wordt bewogen, dan is er geen motorrem. Voor achteruitrijden staat slechts 25% van de aandrijf-
kracht ter beschikking.
Jumper "BATT":
Stel hier in welke accu op de rijregelaar wordt aangesloten.
• "Lipo" = LiPo-accu met 2- of 3 cellen
• "NiMH" = NiMH-/NiCd-accu met 5 - 9 cellen
Belangrijk!
Indien u een LiPo-accu gebruikt en u stelt het accutype in op "NiMH", dan wordt de accu te ver
ontladen en hierdoor onherstelbaar beschadigd.
Let er altijd op dat u het juiste accutype instelt voordat u een accu aansluit op de rijregelaar.
Mocht u nog oudere NiCd-accu's gebruiken, stel dan de jumper "BATTi" in op "NiMH".
Ingebruikname van de rijregelaar
Let op, voorzichtig!
Plaats het modelvoertuig zo dat de aandrijfwielen (b.v. bij modelschepen de propeller) geen
contact maken met de grond of voorwerpen. Kom niet met uw vingers in de aandrijving. Blokkeer
deze niet! Letselgevaar!
Indien de koppeling op de zender werd versteld kan direct na het aanzetten van de rijregelaar
de motor worden gestart!
• Zet eerst de aan/uit-schakelaar van de rijregelaar uit (schakelstand "OFF"). Controleer vervolgens de
instelling van de jumpers en corrigeer ze, indien nodig.
• Zet de zender aan en controleer vervolgens de accu- resp. batterijstatus van de zender.
• Plaats een accu in uw voertuig en sluit deze aan op de rijregelaar.
Opgepast!
Let daarbij op de juiste polariteit van de aansluitkabels van de rijregelaar: rood = plus (+); zwart
= min (-). Bij verkeerde aansluiting kunnen de rijregelaar en de accu onherstelbaar worden
beschadigd! Explosie-/verbrandingsgevaar!
• Zet aan de zender trim voor de stuurinrichting en de rijfunctie in de middelste stand en controleer of de
hendel voor de rijfunctie in de neutrale stand/middelste stand staat.
• Schakel de rijregelaar in (schakelstand "ON").
• De rijregelaar slaat nu de positie van de neutrale stand op (gashandel aan de zender tijdens deze periode
in de middelste/neutrale stand laten, niet bewegen!). De motor laat diverse piepjes horen (deze worden
door de aansturing van de motor door de rijregelaar geproduceerd). De rijregelaar is nu klaar voor gebruik.
1 korte pieptoon = NiMH-/NiCd-accu met 5 - 9 cellen
2 korte pieptonen = LiPo-accu met 2 cellen
3 korte pieptonen = LiPo-accu met 3 cellen
1 lange pieptoon = zelftest en herkenning van de neutrale stand succesvol, rijregelaar is klaar voor gebruik
Mocht de rijregelaar de neutrale stand van de zender niet herkennen, dan is geen werking
mogelijk! Dit kan gebeuren als de trim op de zender is versteld of als de hendel voor de rijfunctie
niet in de middelste stand/neutrale stand staat.
Werkingstest van de rijregelaar
Indien de hendel voor de rijfunctie op de zender zich in de middelste stand/neutrale stand bevindt, mag de
motor/aandrijving van het model niet draaien.
Wanneer u de bedieningshendel voor de rijfunctie in de richting van vooruitrijden beweegt, dan moet het
voertuig (modelauto/-schip) vooruitrijden.
Beweeg vervolgens de bedieningshendel uit de positie vooruitrijden naar de middelste stand en wacht even.
De motor moet nu blijven staan.
Om het voertuig achteruit te laten rijden, beweegt u de bedieningshendel voor de rijfunctie in de richting
achteruitrijden (van handvat wegschuiven). Het voertuig (modelauto/-schip) moet nu achteruit rijden.
Indien het voertuig net tegenovergesteld beweegt, schakel dan de rijregelaar uit en verwissel de
beide motorkabels of activeer op de zender de reverse-instelling voor de rijfunctie.
De rode LED van de rijregelaar is uit in de neutrale stand; bij vooruit-/achteruitrijden knippert de LED.
In de modus "Crawler" brandt de LED bij "Volle gas voorwaarts/achterwaarts" permanent. In de modus
"Boat" brandt de LED slechts bij "Volle gas voorwaarts" permanent.
Stoppen
• Zet de gas-/remhendel in de neutrale stand en laat het voertuig uitrollen (evt. koppelingregelaar op de
zender overeenkomstig corrigeren zodat de motor stilstaat).
• Zet de ritregulator uit.
• Koppel de accu volledig los van de rijregelaar.
• Schakel pas daarna de zender uit.
Overtemperatuurbeveiliging
Als de rijregelaar te warm wordt (>100 °C) schakelt de motor uit. In dit geval geeft de rode LED knippersig-
nalen af. Koelt de rijregelaar af tot onder ca. +80 °C, dan is hij weer klaar voor gebruik.
Fail-safe-functie
De rijregelaar zet de motor uit veiligheidsoverwegingen uit wanneer er geen geldig signaal van de ontvanger
komt. De rode LED gaat in dit geval snel knipperen. Indien uw zender/ontvanger een eigen Fail-Safe-functie
heeft, dient u deze correct te programmeren! Test deze functie, zodat deze foutloos werkt.
Onderspanningsherkenning
Onder een bepaalde accuspanning wordt het motorvermogen gereduceerd resp. schakelt de motor uit. Dit
beschermt de accu tegen te sterk ontladen, wat schadelijk is.
Jumper in de positie "NiMH" (accu met 5 - 9 cellen)
De rijregelaar reduceert het uitgangsvermogen tot 50% wanneer een accuspanning van 4,5 V wordt geme-
ten. Onder een accuspanning van 4,0 V schakelt de motor uit.
Jumper in de positie "Lipo" (accu met 2 cellen)
De rijregelaar reduceert het uitgangsvermogen tot 50% wanneer een accuspanning van 6,5 V wordt geme-
ten. Onder een accuspanning van 6,0 V schakelt de motor uit.
Jumper in de positie "Lipo" (accu met 3 cellen)
De rijregelaar reduceert het uitgangsvermogen tot 50% wanneer een accuspanning van 9,75 V wordt geme-
ten. Onder een accuspanning van 9,0 V schakelt de motor uit.
Belangrijk!
Wanneer de onderspanningsherkenning een lege accu heeft herkend (motorprestatie wordt ge-
reduceerd of motor wordt uitgeschakeld) en u zet de gashendel op de zender in de middelste
/ neutrale stand, dan zet de rijregelaar de beschermingsfunctie terug. De aandrijving kan dan
weer geactiveerd worden (totdat de beschermingsfunctie weer ingezet wordt).
Deze "Reactiveringfunctie" heeft als doel, dat b.v. een modelschip nog naar de oever kan varen
wanneer de accu leeg is.
Aansluiting op de ontvanger
Sluit de driepolige stekker van de rijregelaar aan op het betreffende kanaal van de ontvanger. Let hierbij
absoluut op dat de juiste aansluiting op de ontvanger wordt gebruikt (zie gebruiksaanwijzing bij de ontvanger
resp. opdruk op de ontvanger).
Geel/wit/oranje leiding: besturingssignaal
Rode kabel: Bedrijfsspanning/+
Bruin/zwarte leiding: GND/min/-
De rijregelaar beschikt over een BEC. Hierdoor wordt de ontvanger rechtstreeks via de rijrege-
laar van de rij-accu van stroom voorzien. Als de BEC als stroomvoorziening van de ontvang-
installatie wordt gebruikt, dan mag geen ontvangerbatterij resp. geen ontvangeraccu gebruikt
worden!
Belangrijk!
Mocht voor de ontvanger in plaats van de ingebouwde BEC een separate stroomvoorziening
worden gebruikt, dan dient de middelste, rode draad van de driepolige ontvangerstekker van de
rijregelaar te worden onderbroken en geïsoleerd. Indien dit niet in acht wordt genomen dan raakt
de rijregelaar onherstelbaar beschadigd! Verlies van de waarborg/garantie!
Stoppen
Schakel eerst de rijregelaar uit (schakelaar in de stand "OFF" zetten). Koppel dan de accu los van de rijre-
gelaar en maak de stekkers volledig los. Schakel pas daarna de zender uit.
Verwijdering
Elektronische apparaten bevatten waardevolle materialen en horen niet bij het huishoudelijk
afval. Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke
bepalingen.
Technische specificaties
Aantal cellen NiMH
5 - 9
Cellenaantal LiPo
2 - 3
permanente stroomsterkte
Vooruit 40 A, Achteruit 20 A
Max. stroom (<1 sec.)
Vooruit 180 A, Achteruit 90 A
BEC
6 V/DC, 2 A
Onderspanningsuitschakeling
ja
Uitschakeling bij oververhitting
ja
Failsafe-functie
ja
Motorlimiet bij 2 cellen LiPo
Motortype 540/550, ≥12 Turns (of <30000 U/min bij 7,2 V)
of 5 - 6 cellen NiMH
Motorlimiet bij 3 cellen LiPo
Motortype 540/550, ≥18 Turns (of <20000 U/min bij 7,2 V)
of 7 - 9 cellen NiMH
Stekkersysteem voor ontvanger
JR
Afmetingen (L x B x H)
ca. 46,5 x 34 x 28,5 mm
Gewicht met kabel
ca. 70 g
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie,
microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming
van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk
bezorgen.
Copyright 2018 by Conrad Electronic SE
*1851824_V1_1218_02_VTP_m_nl