8. Na het spoelen moet er een spoelverslag (certificaat) worden gemaakt, waarbij de klant het
origineel krijgt en het uitvoerende bedrijf een kopie.
6.3
Spoelen van de huisinstallatie
1. Omschakelaar op spoelen zetten.
2. Druk op de 'aan / uit' programma-knop. De druktank (afb. C1) wordt automatisch door de
compressor gevuld.
Trek tijdens het vullen van de persluchttank, wanneer de compressor in werking is, niet
de stekker uit het stopcontact.
3. Open de watertoevoer.
4. Druk op de programma-knop 'water en lucht (impulsfunctie)' en voer de spoeling uit. (afb.
C2)
5. Lees de minimum debietsnelheid af en vergelijk deze met de standaard tabel (zie 4.3
paragraaf nr. 3).
Als de minimum stromingssnelheid van 0,5 m/sec. niet wordt bereikt, dan moet er met een
reservoir en pomp worden gespoeld.
6. De spoeltijd mag per strekkende meter leiding niet korter zijn dan 15 seconden. Bovendien
moet elk aftappunt ten minste 2 minuten worden gespoeld.
7. Het spoelproces is voltooid, wanneer er geen residuen meer zichtbaar zijn. (Bij spoeling
conform DIN 1988, deel 2, par. 11.2 (E) zijn 2 minuten per aftappunt voldoende.) Hiertoe
raden wij u aan het water vanaf de aftappunten weg te laten stromen via een net met een
maaswijdte van ca. 100 μl.
8. Na het spoelen moet de spoelcompressor worden uitgeschakeld. De compressor mag niet
vullen. Vulproces (8 bar) moet voltooid zijn.
9. Sluit vervolgens de watertoevoer.
10. Koppel de ROPULS los van het lichtnet.trennen.
11. De spoelautomaat moet losgekoppeld worden van de testleiding, alle aansluitingen moeten
vakkundig gemonteerd worden. Daarna moet het systeem op eventuele lekkages worden
gecontroleerd.
12. Na het spoelen moet er een spoelverslag (certi-ficaat) worden gemaakt, waarbij de klant het
origineel krijgt en het uitvoerende bedrijf een kopie.
6.4
Desinfecteren bij huisinstallatie met ROCLEAN
Desinfectiemiddel met ROCLEAN injector, zie gebruiksaanwijzing ROCLEAN injector.
6.5
Spoelen bij huisinstallatie met desinfectiemiddel
Programmakeuze 'water en desinfectiemiddel' in combinatie met een externe
doseerpomp.
Voor het spoelen van de installatie mogen alleen offi-cieel goedgekeurde
desinfectiemiddelen worden ge-bruikt.
Ter bescherming van het drinkwater moet er conform DIN EN 1717 voor de
spoelcompressor een adequate leiding- of systeemscheider geïnstalleerd worden.
1. Op de uiteinden van de afvoerslangen moeten actieve koolfilters worden aangesloten.
2. Sluit de slang van de doseerpomp aan op de aansluiting 'desinfectie'.
3. Sluit de impuls-uitgang-stekker van de ROPULS-elektronica aan op de elektronica van de
doseerpomp. Daardoor wordt de dosering aangepast aan de impulsen van de
spoelcompressor.
4. Druk op de 'aan / uit' programma-knop. De druktank wordt automatisch door de compressor
gevuld.
5. Druk op programma-knop 'water met desinfectiemiddel'.
De doorstroomhoeveelheid wordt bij het openen van de afsluiters aangegeven.
66
NEDERLANDS
(C)