ONDERHOUD EN OPSLAG
afval, dat het correct glijden van de messen zou kunnen
verhinderen.
Voor de reiniging (Afb. 11):
– Draai de moeren los (1) en verwijder de schroeven
(2) en de staaf (3).
– Maak de gaten (4) zorgvuldig vrij van stof en vuil.
– Smeer de interne oppervlakten van de messen in..
– Hermonteer de staaf (3) met de schroeven (2) en let
erop dat de afstandhouders (5) en de rondsels (6)
onder de moeren (1) weer goed geplaatst worden.
– Schroef de moeren (1) stevig vast.
LET OP!
Controleer altijd of de moe
ren (1) helemaal vastgeschroefd zijn alvorens het
werk te hervatten.
SNIJVERMOGEN VAN DE MESSEN
De messen moeten geslepen worden wanneer ze min-
der goed werk leveren en de takken makkelijk geklemd
raken.
LET OP!
Een mes dat versleten is
wordt nooit gespelen maar altijd vervangen.
BELANGRIJK
Het is altijd wenselijk het slijpen
te laten uitvoeren door uw verkoper, die over de ge paste
gereedschappen en de nodige bekwaamheid be schikt.
Indien de messen geslepen moeten worden, wordt een
vijl met fijne korrel gebruikt en wordt het volgende in acht
genomen (Fig. 12):
– Plaats de vijl (1) op het snijvlak (2) in een hoek van
45° en ga te werk met een beweging van boven naar
de snijzijde toe.
– Zorg ervoor dat de vijl alleen in de heenbeweging
over het snijvlak gaat, til het op om terug naar het
begin te gaan.
– Vijl weinig materiaal weg.
– Verwijder alle oneffenheden met een slijpsteen.
– Verwijder eventuele slijpsporen en smeer het mes
alvorens het opnieuw te monteren.
BUITENGEWONE HANDELINGEN
Elke onderhoudsbeurt die niet vermeld wordt in deze
handleiding dient alleen door uw Verkoper uitgevoerd
te worden.
Handelingen die uitgevoerd werden in niet geschikte
structuren of door onbekwame personen doen de ga-
rantie vervallen.
All manuals and user guides at all-guides.com
OPSLAG
Na het werk wordt de machine zorgvuldig vrijgemaakt
van stof en vuil, worden defecte onderdelen gerepa-
reerd of vervangen en worden de messen gesmeerd
om roestvorming te voorkomen.
De machine moet bewaard worden op een droge plaats,
beschermd tegen de weersomstandigheden en met de
mesbescherming gemonteerd.
LANGDURIGE PERIODE VAN INACTIVITEIT
chin e langer dan 2 3 maanden niet te gebruiken, moe
ten een aantal voorzorgsmaatregelen getroffen worden
om problemen te vermijden bij het hervatten van het
werk of om permanente schade aan de motor te voor
komen.
• Opberging
Alvorens de machine te op te bergen:
– Ledig de brandstoftank.
– Start de motor en laat hem op het laagste toerental
– Laat de motor afkoelen en demonteer de bougie.
– Giet in de opening van de bougie een lepel (verse)
– Trek verschillende keren aan het starttouw om de olie
– Hermonteer de bougie met de zuiger aan het bo ven-
• Hervatten van de activiteit
Wanneer de machine weer gestart wordt:
– Verwijder de bougie.
– Trek enkele keren aan het starttouw om overtollige
– Controler de bougie zoals beschreven in het hoofd-
– Bereid de machine voor zoals aangegeven in het
BELANGRIJK
Indien men van plan is de ma
draaien tot de stilstand, zodat alle in het reservoir
overgebleven brandstof opgebruikt wordt.
olie voor tweetaktmotoren.
goed te verdelen in de cilinder.
ste dood punt (zichtbaar vanuit het gat van de bougie
wanneer de zuiger aan de eindaanslag gekomen is).
olie te verwijderen.
stuk "Controle van de bougie".
hoofdstuk "Vóór het gebruik".
11
NL