7.4. START
Opgelet! Vooraleer de tractor te starten en met het
maaien van het grasperk te beginnen, zich ervan
verzekeren dat er geen obstakels aanwezig zijn, die
de tractor kunnen beschadigen of die onverwachts
weggeslingerd kunnen worden gedurende de
bewerking.
Controleer bovendien dat derde personen, kinderen of dieren,
op het juiste moment van de arbeidszone verwijderd zijn.
Opgelet! Vooraleer met de bewerking te beginnen,
controleer het oliepeil in de motor (fig. 7.4). Vul
eventueel het peil op volgens de gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen voor de motor, dat
meegeleverd werd.
Vooraleer de startsleutel te gebruiken moet gecontroleerd
worden, dat:
-
de bediener goed op de stoel zit
-
alle pedalen los zijn
-
de maaiplaat in opgetilde positie is (zie hfdst. 7.3).
-
het PTO toestel uitgeschakeld is (besturingshendel PTO –
10 zich achteraan bevindt)
-
de parkeerrem (6) ingeschakeld is
-
de versneller (7) zich in START positie bevindt
-
de mand (11) zich in de correcte positie bevindt (gesloten)
-
de afstelling van de maaihoogte reeds uitgevoerd werd.
Controleer deze condities, draai de contactsleutel (8) om de
motor te starten.
Wanneer de motor ingeschakeld is, verhoog het toerenaantal
door de versnellerhendel (7) naar het symbool van de haas te
plaatsen.
De handrem (6) vrijzetten door de hendel eerst licht naar de
binnenkant te trekken en vervolgens naar voren te duwen.
Met opgetilde maaiplaat het pedaal (3 – vooruit versnelling)
of (4 – achteruit versnelling) duwen tot de gewenste zone
bereikt wordt.
Belangrijk! De versnellingspedalen (3-4) dienen gradueel
gedrukt te worden, om onverwachtse en gevaarlijke schokken
te vermijden.
7.4.1. GRASMAAIEN
Nadat nauwkeurig alle aanwijzingen en de voorafgaande
beschreven procedures nagevolgd werden, kan het gras
gemaaid worden.
Nadat de arbeidszone bereikt werd, door de motor in
werking te houden, verlaag de maaiplaat door het hefpedaal
(1) te drukken en dan langzaam hetzelfde pedaal terug los te
laten. De blokkeerhendel (2) haakt automatisch los.
All manuals and user guides at all-guides.com
Koppel het mes in door op de PTO hendel (10) te handelen en
ga door met het maaien volgens het schema uit de figuur
hiernaast (fig. 7.6).
Wanneer de mand vol is, zal een akoestisch signaal, door een
microschakelaar (12) bediend, dat zich aan de binnenkant
van de mand bevindt, de volledig vulling aangeven zodat het
ledigen van de mand kan uitgevoerd worden.
Om de mand voor het verzamelen van het gras te ledigen, als
volgt te werk gaan:
-
-
-
Nadat deze bewerkingen werden uitgevoerd, neem de hendel
voor het ledigen van de mand (9) en hef hem lichtjes tot men
de deblokkering van de mandgroep voelt. Duw de hele groep
naar achteren tot aan de eindaanslag en door steeds op
dezelfde hendel te handelen, kantel de mand om tot al het
gras eruit valt (fig. 7.7 – 7.8).
Op het einde van deze bewerking, herneem het werk door
dezelfde aanwijzingen die voorafgaand aangeduid werden
uit te voeren tot het gras helemaal afgemaaid is.
Voer de reiniging van de grasmaaier – tractor na het
beëindigen van de bewerking en voor de stalling uit: op die
manier hebt u steeds een toestel in goede staat en klaar om
de door u verlangde prestaties te leveren (zich betrekken op
hoofdstuk 8 "onderhoud").
59
ontkoppel de PTO hendel 10 (meskoppeling en
uitwerpventilator) door de hendel lichtjes naar binnen de
trekken en vervolgens naar achteren.
plaats de vooruit – achteruit versnellingspedalen (3-4) in
vrije positie.
begeef u eventueel in de ontlaadzone door de maaiplaat
te tillen (volg de instructies uit hfdst. 7.3).
NL
NL