RICHTLIJNEN VOOR DE INSTALLATIE
De installatie moet gebeuren conform de geldende bouwreglementering.
Het apparaat moet worden opgesteld, met naleving van de minimumafstanden tot brandbare materialen,
die voorkomen op het typeplaatje. Eventueel bescherming van de muur voorzien. Als de vloer niet betegeld is
(bijv. kamerbreed tapijt, parket enz.) een vloerplaat voorzien die groter is dan het apparaat (20 cm groter langs
achter en links en rechts, en 50 cm groter aan de voorzijde).
Zorg ervoor dat de schoorsteen zuiver is, vrij van roet en brokstukken, en zo recht mogelijk.
Het schoorsteenkanaal moet volledig dicht zijn en de wanden moeten zo glad mogelijk zijn.
De aansluiting van het apparaat aan de schoorsteen moet eveneens volledig dicht zijn en ze moet bestaan uit
onbrandbare materialen, liefst beschermd tegen oxidatie (ge
HOOGTE VAN DE SCHOORSTEEN
De schoorsteen moet voldoende hoog zijn en vrijstaand, om terugslag te voorkomen. Hij moet beschermd worden met
isolerend materiaal om het gevaar voor donkere uitslag bovenaan het kanaal te verminderen en hij moet liefst overdekt
zijn om instroming van regen te voorkomen.
De schoorsteen moet dusdanig ontworpen en gebouwd worden dat hij voldoende trek ontwikkelt om alle
rookgassen vanuit het interieur af te zuigen. Algemeen geldt:
1. de schoorsteen moet minstens 90 cm uitsteken boven de uitmonding in het dak;
2. en ten minste 60 cm boven elk bouwelement in een straal van 3 m.
Voor optimale trek en rendement, moet de schoorsteen altijd ten minste 5 m hoger zijn dan de schoorsteenaansluiting
van het apparaat.
C07100DA464_1
60 cm
300 cm
01/2016
maillerde of gealuminiseerde plaat, roestvrij staal...)
21
90 cm
22