1.
Maak de bougiekabel los van de
bougie en schroef de bougie los met de
meegeleverde bougiesleutel.
2.
Controleer de elektrodeafstand en stel
deze indien nodig bij. Deze moet 0,6 - 0,7
mm zijn.
3.
Plaats de bougie terug en draai vast met
de meegeleverde schroefsleutel.
AFB. 21
Instellen van stationair toerental
BELANGRIJK!
Het stationair toerental moet worden
aangepast als de motor de neiging heeft
te stoppen of als het toerental niet door de
gashendel kan worden geregeld.
1.
Start de motor en laat hem een paar
minuten stationair draaien.
2.
Pas het stationair toerental aan met de
schroef (1).
•
Draai met de klok mee om het
motortoerental te verhogen.
•
Draai tegen de klok in om het
motortoerental te verlagen.
•
Na afstelling moet de motor gelijkmatig
stationair draaien.
AFB. 22
EXTRA ONDERHOUD
•
Onderhoudswerkzaamheden die niet in
deze gebruiksaanwijzing beschreven
staan, mogen alleen door een
gekwalificeerde technicus worden
uitgevoerd.
•
Werkzaamheden die zijn uitgevoerd door
onbevoegd of niet-gekwalificeerd
personeel maken de garantie ongeldig.
De fabrikant aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor schade die
ontstaat als gevolg dergelijke
werkzaamheden.
OPSLAG
Gebruik vóór opslag
1.
Maak de brandstoftank leeg.
2.
Start de motor en laat hem stationair
draaien totdat hij stopt vanwege
brandstoftekorten.
3.
Laat de motor afkoelen en verwijder de
bougie.
4.
Giet een theelepel zuivere 2-taktolie in de
cilinder door het bougiegat.
5.
Trek een paar keer langzaam aan het
startkoord om de olie te verdelen.
6.
Plaats de zuiger in het dode punt door
aan het startkoord te trekken (zichtbaar
door het bougiegat).
7.
Schroef de bougie terug.
Gebruik na opslag
1.
Verwijder de bougie.
2.
Trek een paar keer aan het startkoord om
de overtollige olie te verwijderen.
3.
Reinig de bougie en controleer de
elektrodenafstand en vervang deze indien
nodig door een nieuwe bougie.
NL
89