Alle lassers moeten de volgende procedures opvolgen om blootstelling aan elektromagnetische straling veroorzaakt door het las-circuit zoveel mogelijk
te beperken :
• plaats de laskabels dicht bij elkaar – bind ze indien mogelijk vast;
• houd uw hoofd en uw romp zo ver mogelijk van het lascircuit af;
• wikkel nooit de kabels om uw lichaam;
• zorg ervoor dat u zich niet tussen de laskabels bevindt. Houd de twee laskabels aan dezelfde kant van uw lichaam;
• bevestig de geaarde kabel zo dicht als mogelijk is bij de te lassen plek;
• voer geen werkzaamheden uit dichtbij de lasstroombron, ga niet zitten op of leun niet tegen het lasapparaat;
• niet lassen wanneer u het lasapparaat of het draadaanvoersysteem verplaatst.
Personen met een pacemaker moeten een arts raadplegen voor gebruik van het apparaat.
Blootstelling aan elektromagnetische straling tijdens het lassen kan gevolgen voor de gezondheid hebben die nog niet bekend
zijn.
INSTALLATIE VAN HET MATERIAAL
• Zet de machine op een ondergrond met een helling van maximaal 10°.
• Zorg voor genoeg ruimte om de machine goed te kunnen ventileren, en om voldoende toegang te hebben tot het controle systeem.
• Niet geschikt voor gebruik in een ruimte waar geleidend metaalstof aanwezig is.
• Het draadaanvoersysteem moet worden afgeschermd tegen slagregens, en mag niet worden blootgesteld aan zonlicht.
• Dit materiaal heeft een beveiligingsgraad IP21, wat betekent :
- dat het beveiligd is tegen toegang in gevaarlijke delen van solide voorwerpen waarvan de diameter >12.5 mm en,
- dat het beveiligd is tegen verticaal vallende waterdruppels
Dit materiaal is bestemd voor gebruik binnen.
Om oververhitting te voorkomen moeten de voedingskabels, verlengsnoeren en laskabels helemaal afgerold worden.
De fabrikant GYS kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor lichamelijk letsel of schade aan voorwerpen veroorzaakt door
niet correct of gevaarlijk gebruik van dit materiaal.
ONDERHOUD / ADVIES
• Het onderhoud mag alleen door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden. We raden u aan een jaarlijkse onderhoudsbeurt
uit te laten voeren.
• Koppel de aansluitingen tussen het lasapparaat en het draadaanvoersysteem los en wacht twee minuten voordat u
werkzaamheden op het materiaal gaat verrichten.
• De kap regelmatig afnemen en met een blazer stofvrij maken. Maak van de gelegenheid gebruik om, met geïsoleerd gereedschap, ook de elektrische
verbindingen te laten controleren.
• Controleer regelmatig de staat van de verbindingskabel tussen het draadaanvoersysteem en de lasstroombron. Als de verbindingskabel beschadigd
is, moet deze worden vervangen.
• Waarschuwing ! Indien er een systeem wordt gebruikt om het apparaat te verplaatsen tijdens het lassen (anders dan het systeem dat geadviseerd
wordt door de fabrikant) zorg dan voor een isolerende laag tussen de behuizing van het draadaanvoersysteem en het manoeuvre-systeem.
• Het draadaanvoersysteem mag alleen in werking worden gesteld als alle kleppen gesloten zijn.
Niet gecontroleerde lasstroom kan de aardgeleiders vernietigen, gereedschap en elektrische installaties beschadigen en onderdelen
verhitten, wat kan leiden tot brand.
- Alle las-verbindingen moeten goed en stevig op elkaar aangesloten zijn. Controleer dit regelmatig !
- Verzekert u zich ervan dat de bevestiging van het werkstuk solide is en geen elektrische problemen heeft !
- Zet alle elektrisch geleidende elementen van het lasapparaat zoals het chassis, de trolley en de hefsystemen goed vast of hang ze op zodat ze
geïsoleerd zijn !
- Leg of zet geen ander gereedschap zoals boormachines, slijpgereedschap enz. op het lasapparaat, op de trolley of op de hefsystemen als deze niet
geïsoleerd zijn !
- Leg altijd de lastoortsen en elektrodehouders op een geïsoleerd oppervlak wanneer deze niet gebruikt worden !
INSTALLATIE EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Alleen ervaren en door de fabrikant gekwalificeerd personeel mag de installatie uitvoeren. Verzekert u zich ervan dat de generator tijdens het
installeren niet op het stroomnetwerk aangesloten is. Om optimale las-omstandigheden te creëren, wordt aanbevolen om de laskabels te gebruiken
die met het apparaat geleverd zijn.
BESCHRIJVING VAN HET MATERIAAL (I)
1-
Euro aansluiting
2-
Aansluiting vermogen
3-
Aansluiting lucht
4-
Aansluiting crash sensor
5-
Aansluiting ingang/uitgang optioneel
6-
Aansluiting voor lasgenerator
7-
Aansluiting sensor einde draad
SMARTFEED M-4
9-
Aansluiting ingang gas
10-
Handmatige bediening motor (draadtoevoer)
11-
Handmatige bediening motor (terugvoeren draad)
12-
Handmatige bediening magneetventiel gas (zuiveren)
13-
Handmatige bediening magneetventiel lucht (ontvetten)
14-
Klep voor het plaatsen van een aansluiting (draad)
15-
LED die de voedingsspanning aangeeft
NL
33