Bewaar batterijen op een koele, droge plaats. Door directe
invloed van hevige warmte kunnen de batterijen beschadigd
raken. Stel het apparaat daarom niet bloot aan sterke
warmtebronnen.
Voorkom kortsluiting van de batterijen.
Gooi batterijen niet in het vuur.
Let bij het plaatsen van de batterijen op de polariteit (+/-).
Haal lege batterijen uit het apparaat.
Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt,
verwijder dan de batterijen.
3.4. Omgevingstemperatuur
Het apparaat kan worden gebruikt bij een
omgevingstemperatuur van +0 °C tot +40 °C.
Wanneer het apparaat is uitgeschakeld, kan het worden
opgeslagen bij een temperatuur van 0 °C tot +40 °C.
Gebruik het apparaat uitsluitend in droge ruimtes
binnenshuis.
GEVAAR!
Gevaar voor een elektrische schok!
Bij grote schommelingen in temperatuur of
luchtvochtigheid kan er door condensatie vocht in het
apparaat terechtkomen, waardoor er kortsluiting kan
ontstaan.
Neem het apparaat nadat het is vervoerd pas weer in gebruik
als het de omgevingstemperatuur heeft aangenomen.
3.5. Bij storingen
Trek bij beschadiging van het netsnoer of het apparaat
onmiddellijk het netsnoer uit het stopcontact.
Gebruik het apparaat en de accessoires ervan niet als deze
zijn beschadigd, als er rook uit komt of als ze een vreemd
geluid maken. Trek zo nodig onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact.
12