Informatie Van Het Voorbeeld - Minitrix 212 074-9 Mode D'emploi

Informatie over het voorbeeld
De dieselloc's van de serie V 100 werden in de vijftigerjaren
in de eerste plaats ontwikkelt als vervanger van de stoomloc
serie's 64 en 86.
Ze waren bestemd voor de lichte dienst op hoofdtrajecten
en een gemengde dienst op neventrajecten. Als voorbeeld
diende de V 80 maar de nieuwe loc moest beduidend goed-
koper zijn. In samenwerking met de BZA München, kreeg
MaK in Kiel de opdracht voor de ontwikkeling van deze loc.
Karakteristiek voor de V 100 was de hoekige, rechte vorm
die duidelijk van de V 60 afstamde. Het motorvermogen werd
via een elastische koppeling en een cardanas op de hydrau-
lische Voith-aandrijving overgedragen, welke doormiddel
van een stappenaandrijving het rijden op trajecten
(max. 100 km/h) of rangeerbedrijf (max. 65 km/h) toe liet.
Nieuw was de gelaste buisconstructie van de draaistel-
len, waaraan via silentblocs de wielasgeleiders bevestigd
waren.
De machineruimte in de voorste, langere opbouw was van
buitenaf goed bereikbaar door een huifvormige schuifdeur.
Universeel inzetbaar liepen deze machines voor lichte en
middelzware reizigers- snel- en goederentreinen op hoofd-
en nevenbanen.
In 1968 kregen de V 100.20 de voor de computer bruikbare
serienummers 212, de locs voor de steile trajecten de serie-
nummers 213. Vanaf het midden van de negentigerjaren liep
de inzet duidelijk terug.
De buitendienststelling van de laatste locs bij de
verkeerspartner van de DB AG (Railion) vond plaats in
december 2004.
4