Aanwijzingen voor de gebruiker
Activering:
druk de toetsen
wanneer de toets
snelheden van de ventilator 2→3→1→2 ...;
druk de toetsen
uitgevoerd te bevestigen.
Deactivering: wanneer een willekeurige toets wordt ingedrukt, behalve de lichttoets.
5.2
Accessoirefuncties
5.2.1 Afstandsbediening
LICHT AAN/UIT/DIMMEN
VENTILATIESTAND VERHOGEN
VENTILATIESTAND VERLAGEN
INTERVALVENTILATIE
VENTILATORNALOOP
5.2.1.1 Inschakelen
1. Toets
indrukken.
De ventilator begint te werken.
2. Toets
of
indrukken om een andere ventilatiestand in te stellen.
5.2.1.2 Uitschakelen
Toets
indrukken, tot apparaat wordt uitgeschakeld.
5.2.1.3 Intensief-stand
Bij sterke geuren dampvorming kunt u de intensief-stand gebruiken.
Toets
indrukken, tot apparaat hoorbaar naar de intensiefstand schakelt.
De looptijd van de intensiefstand bedraagt 4 minuten. Na afloop hiervan schakelt het toestel terug
naar ventilatiestand 2.
en
tegelijk in en laat de toetsen weer los: het display toont 1;
wordt ingedrukt, toont het display de volgende sequentie voor de
en
tegelijk in om de snelheid waarmee de intervalfunctie wordt
BESCHRIJVING VAN DE SYMBOLEN
69