Slimme dimmer
Lees de volledige handleiding vóór installatie en ingebruikname.
1. BESCHRIJVING
De slimme dimmer maakt gebruik van het Easywave RF-protocol (Radio Frequentie) waarbij verschillende toestellen
zoals dimmers, schakelaars, ontvangers en gateways draadloos met elkaar kunnen communiceren. De universele
inbouwdrukknopdimmer wordt tweedraads aangesloten en is geschikt om dimbare ledlampen,halogeenlampen
en gloeilampen te dimmen. Dit toestel is niet geschikt voor motorsturing en heeft geen specifiek profiel voor
dimbare spaarlampen. De dimmer kan met of zonder geheugenfunctie gebruikt worden en is voorzien van een
automatische detectie in geval van een foutconditie (overbelasting, kortsluiting ...).
Indien gewenst kunnen extra bedieningen toegevoegd worden. Dit kunnen zowel bedrade drukknoppen zijn als
draadloze bedieningen volgens het Easywave protocol.
De slimme dimmer kan naast zijn eigen belasting, ook andere dimontvangers aansturen die werken volgens
het Easywave protocol.
De slimme dimmer wordt tweedraads aangesloten, hij heeft geen nulgeleider nodig. Op die manier vervangt hij
moeiteloos een bestaande enkelvoudige-, wissel-, of kruisschakeling. Hij leent zich uitermate voor de uitbreiding
van bestaande elektrische installaties waarbij kap- en breekwerk uitgesloten is of om ingewikkelde bekabelingen
te vermijden. De dimmer bevat een feedbackled waarvan de werking kan worden ingesteld.
1
2
3
4
5
1. Oranje programmeerled voor het toevoegen van draadloze bedieningen en indicatie voor ontvangst RF-signaal
2. Groene/rode feedbackled voor weergave geselecteerd dimprofiel of foutweergave
3. Toets om het dimprofiel te selecteren
4. Toets om de minimale lichtsterkte in te stellen
5. Witte feedbackled voor de status van de verlichting
6. Programmeertoets voor het toevoegen van draadloze bedieningen
7. Overzicht van de dimprofielen
8. Drukknopbediening voor de verlichting
2. WERKING EN GEBRUIK
2.1. Reikwijdte tussen de zenders en ontvangers die werken volgens het Easywave protocol
De reikwijdte binnenshuis bedraagt ongeveer 30 m, in open ruimte tot 100 m. Het zendbereik is afhankelijk
van de in de woning gebruikte materialen:
baksteen,
houten wanden en
beton
gipswanden
verlies: 20-40 %
verlies: 5-20 %
2.2. Montagevoorschriften en aanbevelingen
Plaats de zenders en/of ontvangers nooit:
• in een metalen verdeelkast, behuizing of vlechtwerk
• in de onmiddellijke omgeving van grote metalen objecten
• op of vlakbij de grond
• in vochtige ruimtes.
De aanwezigheid van metaal of vocht in de muren kan een negatieve invloed hebben op de reikwijdte.
2.3. Toegelaten belastingen bij een omgevingstemperatuur van 35 °C
Lamp
HAL. 230 V
HAL. 230 V
Max.
200 W
Min.
3 W
Tip: Gebruik steeds lampen van hetzelfde merk en type op één dimmer.
2.4. CAB-ontstoring
Deze dimmer is voorzien van een ontstoring voor CAB-signalen. Deze geïntegreerde ontstoring tracht als eerste
zoveel mogelijk storende signalen uit het net te halen opdat de meeste lampen optimaal zouden branden zonder
flikkering of gebrom.
Let op: Omwille van technische beperkingen is het niet mogelijk om de kwaliteit van industriële CAB-filters
te evenaren. Raadpleeg de FAQ over dimmen op www.niko.eu/faq voor meer informatie over het reduceren
van CAB-signalen.
2.5. Normale werking dimmer met of zonder geheugenfunctie
Deze dimmer werkt volgens het principe van fase-aansnijding of fase-afsnijding, afhankelijk van de instelling (zie
§ 3.2). De dimmer kan zowel met als zonder geheugen gebruikt worden. De dimmer is standaard ingesteld
zonder geheugenfunctie. Raadpleeg § 3.4 voor het activeren van de geheugenfunctie.
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.eu — www.niko.eu
PM410-004X0R20363
6
7
8
gewapend
afgesloten metalen
beton
verlies: 40-90 %
verlies: 90-100 %
200 W
200 W
20 W
20 W
Begintoestand
Verlichting is uit
kort drukken <400 ms
Verlichting is aan
kort drukken <400 ms
Verlichting is aan
lang drukken >400 ms
Verlichting is uit
lang drukken >400 ms
3. INSTALLATIE EN PROGRAMMEREN
3.1. Aansluiten
Eén bedieningspunt
E
N
L
Opgelet: De dimmer wordt nooit van de netspanning gescheiden. Alle onderdelen blijven onder spanning staan,
ook al is de lamp uitgeschakeld.
3.2. Dimmer instellen volgens het lamptype
Stel de dimmer in volgens het type lamp dat je wilt dimmen. Raadpleeg het onderstaande schema voor de
juiste instelling.
Profiel
Beschrijving
LED 1
Meest algemene profiel waarop de
meeste lampen prima werken
HALO LED 2
Specifiek profiel voor led- en
halogeenlampen gevoed door een
gewikkelde transformator
Trafo LED 3 *
Specifiek profiel voor ledlampen gevoed
door een gewikkelde transformator
LED 4
Specifiek profiel voor dimbare
ruimte
ledlampen (inclusief ledfilamentlampen)
Trafo LED 5
Specifiek profiel voor dimbare
ledlampen of led- en halogeenlampen
die gevoed worden door een
elektronische transformator
LED 6
Specifiek profiel voor dimbare
ledlampen met een andere dimcurve
dan LED 1
LED 7 *
Specifiek profiel voor dimbare
ledlampen die een boostfunctie
vereisen
LED 8 *
Specifiek profiel voor dimbare
ledlampen die een boostfunctie
vereisen
* Deze lampprofielen zijn uitgerust met een boostfunctie. Dit betekent dat de lamp bij het aanschakelen kort fel
zal branden alvorens over te gaan naar het gewenste dimniveau (indien de geheugenfunctie geactiveerd is). Deze
profielen zijn specifiek gemaakt voor lampen die zich niet opnieuw laten inschakelen in laaggedimde toestand.
dimbare
ledlamp
Indien dimprofiel 1 niet naar behoren werkt, ga dan als volgt te werk om een ander profiel te selecteren:
STAP 1: Druk eenmaal op SELECT PROFILE (3).
200 W
De feedbackled knippert een aantal keer groen om het huidige dimprofiel weer te geven.
3 W
STAP 2: Druk op de knop SELECT PROFILE (3) om naar het volgende profiel te gaan.
STAP 3: Nadat de feedbackled (2) driemaal het huidige dimprofiel weergegeven heeft, wordt het laatst
getoonde profiel bewaard en gebruikt.
Bediening
Met geheugenfunctie
(fabrieksinstelling)
AAN op vorig niveau
UIT
Opdimmen / neerdimmen.
Een hernieuwde (lange) druk keert de dimrichting om.
AAN op minimumniveau + opdimmen.
Een hernieuwde (lange) druk keert de dimrichting om.
Meerdere bekabelde bedieningspunten
L
N
L
Bevestig de afwerkingsset zoals aangegeven.
Fase-aan- of
afsnijding
fase-aansnijding
fase-aansnijding
fase-aansnijding met
boostfunctie
fase-afsnijding
fase-afsnijding
fase-aansnijding
fase-afsnijding met
boostfunctie
fase-aansnijding met
boostfunctie
410-004X0
Zonder
geheugenfunctie
AAN op max vermogen
UIT
E
L
Aantal keer dat de led
groen knippert
1 x
2 x
3 x
4 x
5 x
6 x
7 x
8 x
1
NL