Lees de volledige handleiding voor installatie en ingebruikname.
Universele drukknopdimmer met CAB-ontstoring, 3 - 300 W, 2-draads
1. BESCHRIJVING
De universele inbouwdrukknopdimmer wordt tweedraads aangesloten en is geschikt om dimbare ledlampen,
halogeenlampen en gloeilampen te dimmen. Dit toestel is niet geschikt voor motorsturing en heeft geen specifiek
profiel voor dimbare spaarlampen.
De dimmer kan met of zonder geheugen gebruikt worden en is voorzien van een automatische detectie in geval
van een foutconditie (overbelasting, kortsluiting...). De centraalplaat (i.e. de drukknop zelf xxx-31002) en de
afdekplaat moeten afzonderlijk besteld worden. Om de verlichting te dimmen vanop een andere locatie, kan je
één of meerdere (max. 30) extra NO-drukknop(pen) (170-0000x) aansluiten.
2. MONTAGE
Gevaar: Schakel de spanning uit alvorens de dimmer te installeren. Sluit het toestel aan op de netspanning
alvorens het te configureren (§ 3).
Installeer de dimmer in een omgeving met een niet-condenserende luchtvochtigheid (30 – 70 %).
Tip: Gebruik steeds lampen van hetzelfde merk en type op één dimmer.
1. Sluit de dimmer en de belasting(en) aan volgens het onderstaande aansluitschema, afhankelijk van het
aantal bedieningspunten.
1 bedieningspunt
L
E
N
230 Vac
L
2. Monteer de dimmer in een inbouwdoos met een inbouwdiepte van minimaal 40 mm.
3. Stel de dimmer in (zie § 3).
4. Bevestig alle onderdelen zoals hieronder afgebeeld.
3. INSTELLINGEN
Na het aanschakelen van de voedingsspanning, zal de feedbackled gedurende enkele seconden (< 5 sec.) rood
knipperen. De knipperfrequentie heeft geen specifieke betekenis.
3.1. Dimmer instellen volgens het lamptype
Stel de dimmer in volgens het type lamp dat je wilt dimmen. Raadpleeg het onderstaande schema voor de
juiste instelling.
Profiel
Beschrijving
LED 1
Meest algemene profiel waarop de meeste
lampen prima werken
HALO LED 2
Specifiek profiel voor led- en
halogeenlampen gevoed door een
gewikkelde transformator
Trafo LED 3 *
Specifiek profiel voor ledlampen gevoed
door een gewikkelde transformator
LED 4
Specifiek profiel voor dimbare ledlampen
(inclusief ledfilamentlampen)
Trafo LED 5
Specifiek profiel voor dimbare ledlampen
of led- en halogeenlampen die gevoed
worden door een elektronische
transformator
LED 6
Specifiek profiel voor dimbare ledlampen
met een andere dimcurve dan LED 1
LED 7 *
Specifiek profiel voor dimbare ledlampen
die een boostfunctie vereisen
LED 8 *
Specifiek profiel voor dimbare ledlampen
die een boostfunctie vereisen
* Deze lampprofielen zijn uitgerust met een boostfunctie. Dit betekent dat de lamp bij het aanschakelen kort fel zal
branden alvorens over te gaan naar het gewenste dimniveau (indien de geheugenfunctie geactiveerd is). Deze
profielen zijn specifiek gemaakt voor lampen die zich niet opnieuw laten inschakelen in laaggedimde toestand.
3.2. Profiel selecteren voor ledlampen
1. Druk eenmaal op de knop SELECT PROFILE. De feedbackled knippert een aantal keer groen om het
huidige dimprofiel weer te geven. Als het profiel LED 5 actief is, zal de feedbackled bijvoorbeeld vijfmaal
knipperen met een tussenpauze.
2. Druk op de knop SELECT PROFILE om naar het volgende profiel te gaan. Als je bijvoorbeeld het juiste
profiel wilt selecteren voor de geplaatste 230V-ledlampen, ga je als volgt te werk:
- Probeer allereerst het profiel LED 1
- Als dit profiel naar behoren werkt, ga je verder naar het instellen van de minimale lichtsterkte (§ 3.3)
nv Niko sa Industriepark West 40, BE-9100 Sint-Niklaas, Belgium — tel. +32 3 778 90 00 — fax +32 3 777 71 20 — e-mail: support@niko.eu — www.niko.eu
PM310-0290XR20363
meerdere bedieningspunten
0
170-0000X
L
E
max. 30 x
170-0000X
N
230 Vac
L
Fase-aan- of
Aantal keer dat de
afsnijding
led groen knippert
fase-aansnijding
1 x
fase-aansnijding
2 x
fase-aansnijding met
3 x
boostfunctie
fase-afsnijding
4 x
fase-afsnijding
5 x
fase-aansnijding
6 x
fase-afsnijding met
7 x
boostfunctie
fase-aansnijding met
8 x
boostfunctie
- In het andere geval probeer je achtereenvolgens de andere profielen. Als een van deze profielen naar
behoren werkt, ga je verder naar het instellen van de minimale lichtsterkte (§ 3.3)
3. Nadat de feedbackled driemaal het huidige dimprofiel weergegeven heeft, wordt het laatst getoonde
profiel bewaard en gebruikt.
3.3. De minimale lichtsterkte instellen
Om het optimale dimbereik van elke lamp te benutten en te vermijden dat je een lamp volledig kan uitdimmen, kun
je het minimumdimniveau bijregelen met de knop MIN DIM LEVEL. Deze knop werkt zoals een drukknopdimmer:
lang drukken dimt de lamp op of neer. Loslaten en opnieuw drukken keert de dimrichting om.
Je stelt het minimumdimniveau als volgt in:
1. Dim de lamp tot het minimumniveau met de kleine ronde dimknop in het midden van de sokkel.
2. Controleer het branden van de lamp.
3. Brandt de lamp nog te fel? Verlaag het minimumdimniveau met de knop MIN DIM LEVEL. Dim neer tot net
voor de lamp uitgaat of begint te knipperen.
4. Indien de lamp reeds knippert of al volledig uitgedimd is, verhoog je het minimumdimniveau op dezelfde wijze.
5. Schakel na het instellen de dimmer altijd uit en terug aan om na te gaan of de lamp aan gaat bij
geactiveerd geheugen.
6. Indien niet, probeer dan om het minimumdimniveau lichtjes te verhogen.
7. Indien dit nog niet volstaat, probeer een dimprofiel met boostfunctie (LED 3, LED 7 of LED 8). Deze zorgen
ervoor dat de lampen bij het aanschakelen genoeg energie krijgen alvorens over te gaan naar het gewenste
dimniveau (indien de geheugenfunctie geactiveerd is).
STAP 1
STAP 2
ACTIE
CONTROLE
Brandt op
minimumniveau
√
Dimmen tot
Brandt nog
te fel
MINIMUMNIVEAU
X
Brandt niet
of flikkert
MIN
MAX
X
OF
4. WERKING EN GEBRUIK
4.1. Toegelaten belastingen
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de maximale belasting die toegelaten is per lamptype bij een
omgevingstemperatuur van 35 °C.
Lamp
HAL. 230 V
HAL. 230 V
Max.
300 W
Min.
3 W
4.2. CAB-ontstoring
Deze dimmer is voorzien van een ontstoring voor CAB-signalen. Deze geïntegreerde ontstoring tracht zoveel
mogelijk storende signalen uit het net te halen opdat de meeste lampen optimaal zouden branden zonder
flikkering of gebrom.
Let op: Omwille van technische beperkingen is het niet mogelijk om de kwaliteit van industriële CAB-filters
te evenaren. Raadpleeg de FAQ over dimmen op www.niko.eu/faq voor meer informatie over het reduceren
van CAB-signalen.
4.3. Normale werking
Deze dimmer werkt volgens het principe van faseaansnijding of faseafsnijding, afhankelijk van de instelling (zie
§ 3.1.). De dimmer kan zowel met als zonder geheugen gebruikt worden. De dimmer is standaard ingesteld
zonder geheugenfunctie. Raadpleeg § 4.4.1 voor het activeren van de geheugenfunctie.
4.3.1. Zonder geheugen
Zonder geheugenfunctie werkt de drukknop als volgt:
- kort drukken: aan op maximum/uit. Verder is de bediening hetzelfde als de bediening met geheugen (zie § 4.3.2).
kort drukken < 400 ms.
= aan/uit
310-0290X
STAP 3
STAP 4
CONCLUSIE
ACTIE
Minimum
/
dimniveau
OK
Minimum
dimniveau
te hoog
Minimum
dimniveau
te laag
300 W
300 W
20 W
20 W
lang drukken > 400 ms.
= opdimmen/neerdimmen
STAP 5
CONTROLE
Test: schakel
de lamp uit en
terug aan
dimbare
ledlamp
200 W
3 W
1
NL