4.5 Ontluchten van het systeem
WAARSCHUWING! Draag een veiligheidsbril en
geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.
WAARSCHUWING! Richt het spuitpistool nooit in
een richting waar de waterstraal persoonlijk letsel en/of
materiële schade kan veroorzaken.
BELANGRIJK! Plaats het product rechtop bij gebruik
op een vlakke, stabiele ondergrond. (Afbeelding 11)
1
Inschakelen van het product. Zie "4.3 Inschakelen van
het product" op pagina 74.
2
Haal het spuitpistool uit de houder.
3
Schakel de trekkervergrendeling uit. Zie "4.4 Uit- en
inschakelen van de
trekkervergrendeling" op pagina 74.
4
Houd het spuitpistool met beide handen stevig vast
en druk de trekker in. Er komt water door de
spuitlans. Houd de trekker ingedrukt totdat er water
zonder luchtbellen door de spuitlans komt.
WAARSCHUWING! Richt het spuitpistool nooit in
een richting waar de waterstraal persoonlijk letsel en/of
materiële schade kan veroorzaken.
BELANGRIJK! Laat het product niet langer dan
twee minuten zonder water draaien. De hogedrukpomp
kan beschadigd raken als het product zonder water wordt
gebruikt.
5
Laat de trekker los en vergrendel de trekker.
6
Zet de aan/uit-schakelaar in de stand OFF/0.
(Afbeelding 8)
4.6 Gebruik van het product
WAARSCHUWING! Draag een veiligheidsbril en
geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen.
WAARSCHUWING! Richt het spuitpistool nooit in
een richting waar de waterstraal persoonlijk letsel en/of
materiële schade kan veroorzaken.
WAARSCHUWING! Bedien de trekkervergrendeling
met pauzes in het gebruik.
2022_001
WAARSCHUWING! Zet de aan/uit-schakelaar in de
stand OFF/0 voordat u het product 5 minuten of langer
onbeheerd achterlaat.
1
Inschakelen van het product. Zie "4.3 Inschakelen van
het product" op pagina 74.
2
Richt het spuitpistool op het te reinigen oppervlak.
3
Schakel de trekkervergrendeling uit. Zie "4.4 Uit- en
inschakelen van de
trekkervergrendeling" op pagina 74.
4
Houd het spuitpistool met beide handen stevig vast
en druk de trekker in. Houd de trekker ingedrukt en
beweeg de spuitlans over het oppervlak totdat het
oppervlak schoon is.
BELANGRIJK! Houdt bij gebruik het mondstuk van de
spuitlans minstens 30 cm van beschilderde oppervlakken.
LET OP! Het debiet van het spuitpistool gaat door totdat de
trekker los wordt gelaten.
4.7 Vervanging van spuitpatronen
De spuitlans beschikt over 3 spuitpatronen. Brede straal (A),
smalle straal (B) en schuimmodus (C). (Afbeelding 15)
● Voor het vervangen van het spuitpatroon draait u de punt
van de spuitlans zodanig dat de pijl naar de gewenste
positie wijst.
4.8 Uitschakelen van het product
1
Laat de trekker van het spuitpistool los en vergrendel
de trekker. Zie "4.4 Uit- en inschakelen van de
trekkervergrendeling" op pagina 74.
2
Plaats het spuitpistool in zijn houder.
3
Zet de aan/uit-schakelaar in stand OFF/0 om het
product uit te schakelen. (Afbeelding 8)
WAARSCHUWING! Het systeem staat nog onder druk
nadat het product is uitgeschakeld.
4.9 Gebruik van reinigingsmiddelen
bij het product
WAARSCHUWING! Volg de veiligheidsinstructies van
de fabrikant van het reinigingsmiddel op.
75