MENU → INSTELLINGEN → Installateursniveau → Installatieconfiguratie
De ingebouwde temperatuursensor meet de actuele kamertemperatuur. De thermostaat be-
rekent een nieuwe gewenste kamertemperatuur, die voor de aanpassing van de aanvoertem-
peratuur als referentie wordt gebruikt.
– Verschil= ingestelde gewenste kamertemperatuur - actuele kamertemperatuur
– Nieuwe gewenste kamertemperatuur = ingestelde gewenste kamertemperatuur + verschil
Voorwaarde: de thermostaat is in de functie Zonetoewijzing: aan de zone toegekend, waarin
de thermostaat is geïnstalleerd.
De functie Binnentemp.comp.: is buiten werking, als Geen toek. in de functie Zonetoewij-
zing: is geactiveerd.
→ Zone
→ Zone geactiveerd:
→ Zonetoewijzing:
→ Status zoneklep:
→ Warm water
→ Boiler:
→ Gew. aanvoertemperatuur: °C
→ Circulatiepomp:
→ Legio.bescherm. dag:
→ Legio.besch. tijd:
→ Draadloze verbinding
→ Ontvangststerkte regelaar:
→ Ontvangststerkte BT-sen-
sor:
→ Profiel afwerklaagdroging
94
Deactiveren van niet-benodigde zones. Alle aanwezige
zones verschijnen op het display.
Thermostaat aan de gekozen zone toekennen. De ther-
mostaat moet in de gekozen zone zijn geïnstalleerd. De
regeling gebruikt bovendien de kamertemperatuursensor
van het toegewezen toestel. Wanneer u aan de thermo-
staat geen zone heeft toegekend, dan is de functie Binnen-
temp.comp.: niet actief.
Bij aanwezige warmwaterboiler moet de instelling Actief
worden geselecteerd.
Vastleggen op welke dagen de legionellabescherming moet
worden uitgevoerd. Op deze dagen wordt de watertempera-
tuur boven 60 °C verhoogd. De circulatiepomp wordt inge-
schakeld. De functie eindigt uiterlijk na 120 minuten.
Bij geactiveerde functie Afwezigheid wordt de legionellabe-
scherming niet uitgevoerd. Zodra de functie Afwezigheid is
beëindigd wordt de legionellabescherming uitgevoerd.
Vastleggen op welk tijdstip de legionellabescherming moet
worden uitgevoerd.
Aflezen ontvangststerkte tussen ontvanger en buitentempe-
ratuursensor.
– 4: de draadloze verbinding is binnen de aanvaardbare
waarden. Als de ontvangststerkte < 4 wordt, dan is de
draadloze verbinding instabiel.
– 10: de draadloze verbinding is heel stabiel.
Aflezen ontvangststerkte tussen ontvanger en buitentempe-
ratuursensor.
– 4: de draadloze verbinding is binnen de aanvaardbare
waarden. Als de ontvangststerkte < 4 wordt, dan is de
draadloze verbinding instabiel.
– 10: de draadloze verbinding is heel stabiel.
Instellen van de gewenste aanvoertemperatuur per dag in
overeenstemming met de bouwvoorschriften
Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding 0020323647_00