Plaatsen van de batterijen
1
Open the battery compartment (11)
and insert the batteries in accordance
with the installation symbols,
ensuring the correct polarity.
Werken met de laserontvanger
2
Gebruik de laserontvanger voor het nivelleren op grote afstanden
of bij intensief licht. Schakel hem in met toets 8.
Schakel de lijnlaser in de handontvangermodus. Nu pulseren de laserlijnen
met een hoge frequentie en de laserlijnen worden donkerder. De laser
ontvanger kan de laserlijnen dankzij het pulseren tot max. 200 m registreren.
Beweeg nu het ontvangstveld (3) van de laserontvanger door de laserlijnen
omhoog en omlaag totdat de middelste led oplicht. Markeer nu de referen-
tiemaat.
!
Let op dat de laserlijnen niet door spiegelende oppervlakken worden
gereflecteerd. De reflecties kunnen tot verkeerde metingen leiden.
SL 210
snel piepgeluid
(onderste led)
14
NL
40 mm
Laser
Constant geluid
(middelste led)
= markeer de
referentiemaat
–
SL 210
SL 210
langzaam
piepgeluid
(bovenste led)