Continuïteitscontrole; Diodetest - Bahco BDACM1000 Mode D'emploi

BDACM1000
3.2.5 Continuïteitscontrole
Om elektrische schokken en/of schade aan het instrument te voorkomen, moet u de
stroomvoorziening van het circuit loskoppelen en alle hoogspanningscondensatoren
ontladen voordat u gaat testen op continuïteit.
De continuïteit testen (stel de meter in zoals weergegeven in afbeelding 3-6):
1. Stel de draaischakelaar in op het bereik
2. Sluit de zwarte en rode testkabels aan op respectievelijk de COM- en de
Ω-klemmen.
3. Sluit de testkabels aan op de weerstand in het te meten circuit.
4. Als de testkabel naar het circuit lager is dan 50Ω, geeft een continue pieptoon dit
aan.
OPMERKING:
Er is een continuïteitstest beschikbaar om de onderbreking/kortsluiting van het circuit
te controleren.
ON
Afbeelding 3-6: De continuïteit controleren
.
OFF

3.2.6 Diodetest

Om elektrische schokken en/of schade aan het instrument te voorkomen, koppelt u de
stroomkring los en ontlaadt u alle hoogspanningscondensatoren voordat u diodes test.
Een diode buiten een circuit testen (stel de meter in zoals weergegeven in afbeelding
3-7):
1. Stel de draaischakelaar in op het bereik
2. Druk op de toets FUNC. om de diodetest te selecteren.
3. Sluit de zwarte en rode testkabels aan op respectievelijk de COM- en de
Ω-klemmen.
4. Voor voorwaartse meetwaarden op een halfgeleidercomponent plaatst u de rode
meetkabel op de anode van de component en plaatst u de zwarte meetkabel op
de kathode van de component.
5. De meter geeft de benaderde voorwaartse spanning van de diode weer.
In een circuit moet een goede diode (Si) nog steeds een voorwaartse afwijkingswaarde
van 0,5 V tot 0,8 V produceren; de achterwaartse afwijkingswaarde kan echter variëren
afhankelijk van de weerstand van andere trajecten tussen de sensortips.
Voorwaartse afwijking
Anode Kathode
Afbeelding 3-7: Capaciteit meten
.
Achterwaartse afwijking
Kathode Anode
66