ON (activé)
Utilisé comm terminaison du bus de données si cette
RAS est le dernier module du bus de données. Voir
aussi le guide d'installation des centrales ATS.
V
(
OYANTS LUMINEUX
VOIR FIGURE
RX
Clignote pour indiquer que des données de scrutation provenant de
la centrale ATS sont actuellement reçues sur le bus de données du
système. S'il ne clignote pas, cela signifie que la centrale n'est pas
opérationnelle ou que le bus de données est défectueux (problème
de branchement généralement).
TX
Clignote pour indiquer que la station d'armement (RAS) répond à une
scrutation provenant de la centrale ATS. Si le voyant RX (Rx0)
clignote mais pas le voyant TX (Tx0), cela signifie que la station
d'armement (RAS) n'est pas programmée pour être scrutée au
niveau de la centrale ou que l'accès à cette RAS n'est pas effectué
correctement.
I
NDICATIONS DES VOYANTS LUMINEUX DU CLAVIER
Groupe
Les 8 voyants rouges s'allument lorsque les groupes 1 à 8
(ou 9 à 16) sont armés. Clignotent (groupes armés) ou
flashent (groupes désarmés) en cas d'alarme.
Secteur
Le voyant vert s'allume quand le secteur est présent.
Alarme
Le voyant rouge s'allume pour n'importe quelle alarme d'un
groupe attribué au clavier.
Faute
Le voyant jaune s'allume en cas de défaut dans le système.
Nederlands
M
ONTAGE VAN DE UNIT
Bevestig de behuizing met de schroeven. Monteer de printplaat met de
meegeleverde schroef. Zet het deksel van het bediendeel vast met de
meegeleverde schroef.
Wanneer een afneembeveiliging is vereist, dient u een schroef in de
achterkant van het bediendeel te gebruiken (zie figuur A,
LED-
INDICATOREN OP HET BEDIENDEEL
Gebied
8 rode LED's op het bediendeel gaan aan wanneer gebieden 1-
8 (of 9-16) ingeschakeld worden. Deze Zal knipperen
(ingeschakeld) of even flitsen (uitgeschakeld) wanneer een
alarm heeft plaatsgevonden.
Netspanning De groene LED gaat aan indien de 230 V AC netspanning
aanwezig is.
Alarm
De rode LED gaat aan wanneer er een alarm plaatsvindt in een
gebied dat is toegekend aan het bediendeel.
Storing
De gele LED gaat aan wanneer er een storing optreedt in het
systeem.
A
ANSLUITEN VAN HET BEDIENDEEL OP EEN CONTROLEPANEEL
Zie de installatiehandleiding van het Advisor Master-controlepaneel voor
instructies.
LED'
(
A)
S
ZIE FIGUUR
Rx
De LED knippert om aan te geven dat er pollgegevens ontvangen
worden op de systeemdatabus van het Advisor Master -
controlepaneel. Als de LED niet knippert, dan is het controlepaneel niet
in bedrijf of de databus is defect (meestal een bedradingsfout).
Tx
De LED knippert om aan te geven dat het gebruikersinterface (GI)
reageert op het pollen van het Advisor Master -controlepaneel. Als de
Rx-LED wel knippert maar de Tx-LED niet, dan is het
gebruikersinterface (GI) niet geprogrammeerd voor pollen door het
controlepaneel, of het is onjuist geadresseerd.
A
ANSLUITINGEN VAN KAARTLEZERS
+5 V DC voeding en data-aansluitingen voor ATS magnetische kaartlezers
(alleen ATS1105).
1
D1/D lees datapuls / Wiegand D1-lijn
2
D0/D lees klokpuls / Wiegand D0-lijn
3
GND (0 V)
4
+5 V DC
5
+12 V DC
Bijkomende functionaliteit
Aanpassen LCD contrast
-
Druk op de clear toets tegelijkertijd met pijl omhoog of pijl omlaag om
contrast te corrigeren;
A)
).
(A)
(
ATS1105) (A, J2)
ALLEEN
ATS1100/1105
C
C
(
ONNEXIONS
OMMS
FIGURE
Alimentation électrique. Si la distance séparant la station
+12
d'armement de la centrale ne dépasse pas 100 m, la station
0V
d'armement peut alors être alimentée grâce aux connexions
Comms + et – de la centrale. Utilisez sinon la connexion AUX
PWR des DGP ou une alimentation électrique auxiliaire.
D+
Connexion de données positive et négative du bus de données.
D -
Les modules distants peuvent être éloignés de 1,5 km
(maximum) de la centrale ATS.
IN
Un bouton de demande de sortie (bouton poussoir normalement
ouvert) peut être connecté entre "IN" et "-". Si vous appuyez
dessus, il contrôle la fonction de demande de sortie.
OUT Sortie de collecteur ouvert, 50 mA maximum. Il s'agit de la première
sortie du groupe de contrôle de sortie attribuée à cette station
d'armement.
C
ONNEXIONS DE LECTEURS
Connexions de données et alimentation +5 VCC pour les lecteurs de
carte magnétique Aritech (ATS1105 uniquement).
1
D1/D données / ligne Wiegand D1
2
D0/C horloge / ligne Wiegand D0
3
GND (0V)
4
+5 VDC
5
+12 VDC
GI
:
DIPSWITCHES
INSTELLINGEN
SW1 dipswitches
Deze worden gebruikt voor het instellen van het GI-adres. Zie figuur B
voor de instelwaarden.
SW2 "A, B, C, Term"
Deze worden gebruikt om de databus af te sluiten en diverse andere
hieronder beschreven functies te activeren.
SW2-1, A Gebied 9-16
OFF De 8-gebieden-LED's geven de status weer van de gebieden 1–8.
ON
De 8-gebieden-LED's geven de status weer van de gebieden 9–
16.
SW2-2, B Bediendeel verlichting
OFF De verlichting van het bediendeel gaat na enige tijd uit.
ON
De verlichting van het bediendeel blijft altijd aan.
SW2-3, C Magnetisch kaartformaat (alleen ATS1105).
OFF ATS-formaat
ON
Niet-ATS-formaten
(bijv.: credit cards, andere kaarten met data op spoor 2).
SW2-4, TERM
OFF Niet het laatste apparaat op de databus.
ON
Sluit de databus af indien dit GI het laatste is op de databus. Zie
ook de installatiehandleiding van het Advisor Master-
controlepaneel.
C
(
OMMS AANSLUITINGEN
FIGUUR
Voedingsspanning. Als de afstand tussen het gebruikersinterface en
+12
het controlepaneel hoogstens 100 meter is, kunnen de
0V
gebruikersinterfaces gevoed worden via de Comms + en - van het
controlepaneel. Gebruik anders de AUX PWR van de DI's of een
hulpvoeding.
D+
Positieve en negatieve signaalaansluitingen van de databus.
D -
Remote units kunnen maximaal 1,5 km van het Advisor Master-
controlepaneel verwijderd zijn.
IN
Een Uitgangsknop (de normale stand is open, tijdelijke
drukknopschakelaar) kan aangesloten worden over "IN" en "-".
Wanneer deze knop is ingedrukt, wordt hiermee de uitgangsfunctie
aangestuurd.
UIT
Open collector output, maximaal 50 mA. Het is de eerste output van
de output-controlegroep die toegekend is aan dit gebruikersinterface.
A,
J3)
TERMINAL
(ATS1105
) (
UNIQUEMENT
FIGURE
8-Gebieden LCD GI
(
A)
FIGUUR
A, A
J3)
ANSLUITPUNT
A, J2)
2