OERTLI Oetrosol Ci Mode D'emploi page 33

3.15 Instelparameter FT - Functie buisvormige zonnecollector
Instelbereik: 0/1
Fabrieksinstelling: 0
0: nee
1: ja
Als de regeling een verhoging van de temperatuur van de collector van 2 K
ten opzichte van de laatste meting detecteert, wordt de zonnepomp
gedurende 30 secondes op volle snelheid ingeschakeld om de actuele
gemiddelde temperatuur te meten.
3.16 Instelparameter FX - Maximum debiet
Instelbereik: 0 ... 20
Fabrieksinstelling: 9.5
De regeling berekent een benadering van de omgezette warmte. Hiervoor
heeft de regeling informatie nodig over het maximum debiet van het systeem
bij volle belasting. Als het debiet niet correct is opgegeven, zijn de verkregen
resultaten evenmin correct.
3.17 Instelparameter MM - Werkingsmodus
Instelbereik: 0 ... 8
Fabrieksinstelling: 8
Voor controle- en onderhoudswerkzaamheden, kan de regeling handmatig
worden bediend. Hiervoor moet de parameter MM worden ingesteld volgens
het volgende schema.
In de werkmodi MM 0 t/m MM 7, knippert de LED rood/ groen. In de
automatische regelingmodus MM 8, brandt de LED rood of groen
(naargelang de omstandigheden).
25/08/05 - 300001105-001-C
De zo gemeten temperatuur wordt de nieuw referentietemperatuur.
Als de gemeten temperatuur (nieuwe referentie) op zijn beurt 2 K stijgt,
schakelt de zonnepomp weer 30 secondes in.
Als tijdens de werking van de zonnepomp of als de installatie is
uitgeschakeld, het verschil in temperatuur tussen de collector en de boiler
het verschil in temperatuurvoor het inschakelen overschrijdt, schakelt de
regeling automatisch op de zonne-oplaad modus.
Als de temperatuur van de collector 2 K lager wordt als de installatie is
uitgeschakeld, wordt de temperatuur voor het inschakelen van de
buisvormige zonnecollector opnieuw bekeken.
De resultaten van het nominale vermogen kunnen alleen gebruikt worden
voor controles door deskundig personeel. Zij dienen, onder andere, voor het
controleren van de functies. Om de regulatie in staat te stellen de
warmtehoeveelheid te berekenen, dient men haar het maximale debiet in l/
min. voor het secundaire circuit aan te duiden.
De volgende tabel geeft het maximumdebiet aan volgens de positie van de
pomp van het ondergeschikte traject.
Positie van de pomp van het
secundaire circuit
1
2*
3
* De pomp van het secundaire circuit moet op stand 2 blijven staan
MM
0
1
2
3
4
5
6
7
8 automatische
werkwijze
Oetrosol Ci
Afstelling
6.5
9.5 (Fabrieksinstelling)
11
R1 R2
open open
dicht open
open dicht
dicht dicht
open open
dicht open
open dicht
dicht dicht
automatische
werkwijze
R3
open
open
open
open
dicht
dicht
dicht
dicht
automatische
werkwijze
33