b) Automatisch bedrijf (Auto running mode)
• Kies automatisch bedrijf (scherm AU01 - AU30) met de toets MODE.
• Selecteer het gewenste automatisch programma (AU01-AU30) met de toetsen UP resp. DOWN.
• Druk op de toets ENTER.
• Kies met de toetsen UP of DOWN de gewenste snelheid voor het programmaverloop (scherm SP01-
SP99).
c) Sound-control modus
• Kies Sound-control modus (scherm So01 - So30) met de toets MODE.
• Kies het gewenste Sound-control-programma (So01-So30) met de toetsen UP of DOWN.
In het apparaat is een microfoon ingebouwd voor muziekbesturing. Met de draaiknop Sound Sensitivity op
de achterzijde van het apparaat kan de muziekgevoeligheid worden ingesteld.
d) Scherm
Via deze instellingen kkunt u het scherm in-/uitschakelen of de schermweergave draaien.
• Druk op de MODE-toets tot de indicatie-LED op het scherm oplicht.
• Stel met de toetsen UP of DOWN de schermafstelling in.
• Druk op de toets ENTER terwijl de indicatie-LED brandt.
• Stel met de toetsen UP of DOWN de gewenste instelling Leon of LeoF in.
Als er via de toetsen geen invoer meer gebeurt, keert het apparaat naar de MODE AUTO te-rug.
e) Stand alone-bedrijf resp. bedrijf als master-apparaat
• Ga naar automatisch bedrijf (scherm AU01-AU30) of naar Sound-control modus (indicatie So01-So30).
• Selecteer de gewenste optie in de geselecteerde bedrijfsmodus.
Wanneer het apparaat zich in automatisch bedrijf of in de Sound-controle modus bevindt, wordt
het automatisch als stand alone of master-apparaat ingesteld.
Het eerste apparaat wordt gedefinieerd als master-apparaat. Alle andere in serie aangesloten
DL-LED162 dienen als slave-apparaten.
f) Slave-modus
• Ga naar MODE voor de adresinstelling (scherm A001-A512).
• Druk twee keer op de toets ENTER tot de melding SL 1 of SL 2 verschijnt.
• Kies met de toetsen UP of DOWN de instelling SL 1 of SL 2.
64