Inductiemodus - Stroombronnen Lokaliseren - Beha-Amprobe UAT-600-EUR Serie Manuel De L'utilisateur

Localisateur d'installations souterraines
Masquer les pouces Voir aussi pour UAT-600-EUR Serie:
Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 88
1. Schakel de ontvanger in door de voedingsknop 2 seconden in te drukken.
2. Druk herhaaldelijk op de knop "
3. Volg de stappen zoals beschreven in sectie 3.1 Lokaliseren van de ontvanger.
De pijlen links/rechts zijn niet actief tijdens de passieve locatie
3.4 Inductiemodus – Stroombronnen lokaliseren
De inductiemodus is vooral handig voor het identificeren van de locatie van meerdere begraven stroombronnen
voordat u begint te graven. De inductiemodus kan ook worden gebruikt voor het zoeken van individuele kabels
waar er geen toegang is tot de lijn om testsnoeren of een klem aan te sluiten. Deze methode is mogelijk niet
betrouwbaar als aangrenzende lijnen aanwezig zijn omdat het signaal ook op die lijnen zal worden toegepast.
Als de testsnoeren of voedingsstroomtang niet op de zender zijn aangesloten, start de zender automatisch met het
uitstralen van een signaal errond met een interne antenne. Deze signalen zullen in de aarde dringen en koppelen
op begraven lijnen. Het signaal zal vervolgens langs de lijn lopen die kan worden gedetecteerd met de ontvanger.
Met de methode van de inductiemodus zult u metalen stroombronnen detecteren, zoals pijpen, maar ook
spanningvoerende en spanningsloze kabels. Zoeken van niet-metalen pijpen en leidingen zal mogelijk zijn na
het plaatsen van metalen trekveer of kabel.
Inductiemodus – De zender instellen
Als u de Inductiemodus gebruikt, plaatst u de zender op minstens 20 m van elke structuur, zoals een gebouw of
een toren om te verhinderen dat het signaal wordt verstoord. Voordat u traceert, moet u een visuele inspectie
van het gebied uitvoeren en zoeken naar sporen waar de begraven stroombron aanwezig kan zijn, zoals
transformators, mangaten, straat- of parkeerlichten enz.
Het signaal wordt uitgestraald rond de zender en eronder. Het is dan ook aanbevolen bij het toepassen van een
signaal met de inductiemodus, een afstand van minstens 20 m van de zender wordt behouden wanneer u een een
diepteaflezing lokaliseert of registreert. Als u deze dichter can 20 m kunt plaatsen, moet de operator zich bewust
zijn dat het signaal dat direct van de zender is ontvangen, sterk genoeg is om de resultaten te beïnvloeden.
Vermijd het om de zender boven metalen houders van manopeningen te plaatsen omdat dit de doeltreffendheid van
de zender aanzienlijk kan verminderen en, in extreme gevallen, schade aan het circuit van de zender kan veroorzaken.
1. Schakel de zender in door de voedingsknop 2 seconden in te drukken.
2. Plaats de zender boven de vermoedelijke locatie van de lijn, en positioneer deze zo, dat deze zich langs de lijn bevindt.
" tot Radio is geselecteerd.
> 20 m (65 ft)
65 ft (20m)
13

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

Uat-610-eurUat-620-eur

Table des Matières