WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat je de
motor demonteert voordat je de boot uit
het water haalt. Zorg er verder voor dat de
accu niet aangesloten is wanneer de motor
gemonteerd of gedemonteerd wordt.
PAS OP! Plaats bij het aanpassen van de hoek waaronder de
motor geplaatst wordt niet je hand tussen de stang en de romp
van de motor – er is dan kans op verwondingen! Wanneer de
motor na gebruik op de boot bevestigd blijft, dan dient
deze altijd uit het water gehaald te worden middels het
kantelmechanisme.
B
D
A
2.4 Starten van de motor (Fig. 4 & 5)
Druk op de hefboom (A). Druk de motor aan de stang voorzich-
tig in de richting B, laat de hoogte-instelling vastklikken in de
stuurunit (C).
2.5 Breng de motor tot de rustpositie (Fig. 4)
Druk op de ontkoppelingshefboom (A). Trek de motor met de
stang voorzichtig in de richting van (D) totdat deze in de juiste
positie vastklikt. Schuif de hoogteverstelling in de richting van
(B) en draai deze vast.
20
4
C
5
2.5 Aanpassen van de diepte
2.6 Vervangen propellers
Verwijderen van de propeller
Draai de borgmoer los en verwijder deze, gebruik makend
van de propellermoersleutel die meegeleverd wordt, houd de
propeller met een hand vast om te voorkomen dat deze gaat
draaien. Maak de borgmoer niet los met een hamer of een ver-
gelijkbaar stuk gereedschap omdat dit schade toe kan brengen
aan de borgmoer of de stang.
Wanneer de borgmoer verwijderd is, kan de propeller eenvou-
dig verwijderd worden. Let er op dat de groef en de borgpen op
de juiste plek zitten wanneer je een nieuwe propeller monteert,
anders zal de propeller mogelijk niet goed bevestigd zijn.
Controleer na gebruik van de motor altijd of er waterplanten of
vislijnen achter gebleven zijn op de propeller en verwijder deze,
indien nodig.
WAARSCHUWING: Verbreek ALTIJD de
verbinding tussen de motor en de accu
voordat je de propeller gaat vervangen.r.
2.7 Elektrische verbindingen
(Alleen voor 12V accu' s !)
Verbind de rode accukabel (A) met de pluspool op de accu
(gelabeld met + op de accu). Verbind de zwarte accukabel (B)
met de minpool op de accu (-).
Houd de stang van de
motor met een hand vast,
draai dan de draaiknop
los waarmee de hoogte
vastgezet wordt en zet
de motor op de gewenste
diepte.
Zet de aanpassing van
de diepte in de stuurunit
aan (Fig. 6) en zet het
geheel dan vast. Zet de
motor in lijn met het
stuurgedeelte, indien
nodig.
6