Ambiance BTX 3000
2.10. Inwerkingstelling
2.10.1. Verificatie en inwerkingstelling
• De installatie spoelen en de dichtheid ervan
kontroleren.
• De installatie met water vullen.
Belangrijk ! Gedurende het vullen van de installatie, niet
de circulatiepomp laten draaien, alle afblaaskranen
openen van de installatie ten einde de lucht te verwijderen
van de kanalisaties. De afblaaskranen sluiten en het water
laten bijkomen totdat de druk van de kringloop tussen 1,5
en 2 bar komt.
• De klassieke verificaties uitvoeren van de brander en
zijn energie aanvoer.
• Kontroleren of de kalibrering van het spuitstuk evenals
de regeling van de verbrandingskop wel overeenkomen
met het gewenste vermogen van het toestel.
• De goede inplanting van de turbulatoren kontroleren.
Opmerking : gemiddeld de haarddeurschroeven
vastdraaien
• De goede hechting van de elektrische aansluitingen
op de aansluitklemmen controleren
• Het toestel op het net aansluiten en inschakelen (zie
instrukties voor de gebruiker).
2.10.2. Regeling van de brander
De instrukties volgen van de gebruiksaanwijzing die
met de brander geleverd wordt.
2.11. Onderhoudsinstrukties
Voor iedere tussenkomst dient de elektrische voeding
uitgeschakeld en de brandstofleiding afgesloten te
worden
Figuur 14 - Reiniging van de warmtewisselaar
(Ambiance BTX 3025)
1 - Rookkanalen
2 - Turbulatoren
3 - Haard
10
A
Figuur 13 - Klep (Ambiance BTX 3060 et 3070)
A - Normale werkingsstand
B - Stand kijkluik
C - Stand drukopneming
2.11.1. Reiniging van de warmtewisselaar
De stookketel moet regelmatig gereinigd worden ten
einde goed rendement te kunnen behouden. In funktie
v.d. gebruiksomstandigheden gebeurt deze operatie
één of twee maal per jaar.
- De haarddeur afnemen;
- De turbulatoren uitnemen en ze schoonmaken;
- De warmtewisselaar reinigen met een borstel Ø 50 of
een krabber (fig. 14).
- De residus langs de roetdoos verwijderen (fig. 15).
Opmerking : geen schurende producten gebruiken of
een ijzeren borstel op de isolatie van de deur.
- De verschillende onderdelen opnieuw zorgvuldig
monteren.
- De roetdoos sluiten en de haarddeur.
- Hun goede dichtheid controleren.
1
3
2
Figuur 15 - Achterkant van de ketel
1 - Toegang tot de roetreinigingsdoos
2 - Ledigingskraan
1 - Schakelaar stop - zomer - verwarming
Voorschriften voor de installateur
B
C
1
2
Gebruiksaanwijzing "881"