¡Atención! Monte el sistema en una
guía normalizada horizontal. Otras
posiciones de montaje pueden tener
como consecuencia la destrucción
del dispositivo.
• Fije el sistema de seguridad a una guía
normalizada con ayuda del elemento de
encaje de la parte trasera. Coloque el
sistema de seguridad, derecho, en la guía
normalizada, de tal manera que los
resortes de puesta a tierra en el sistema,
hagan presión sobre la guía.
• Para cumplir con los requerimientos CEM,
la guía debe estar unida, con baja
impedancia, con la carcasa del armario de
distribución.
Puesta en marcha del sistema de
seguridad
Preparación de la puesta en marcha:
Al preparar la puesta en marcha hay que
tener en cuenta:
¡Atención! Los bornes de conexión
insertables de las salidas de relé
que se encuentren bajo tensión,
sólo se deben insertar o extraer
cuando se encuentren libres de
tensión.
• El sistema de seguridad y los circuitos de
entrada tienen que ser alimentados
siempre por una misma fuente de
alimentación. La fuente de alimentación
tiene que cumplir con las prescripciones
para bajas tensiones con separación
segura (SELV, PELV).
• Para las conexiones de alimentación de
24 V y 0 V (salidas por semiconductor) así
como para A1 y A2 (fuente de
alimentación) se dispone respectivamente
de dos bornes de conexión. De esta
manera, la tensión de alimentación se
puede enlazar en varias conexiones. La
corriente en cada borne debe ser de 9 A
como máx.
• Utilizar la salidas de tacto solamente para
comprobar las entradas. No se permite la
excitación de cargas.
No tender los cables de tacto junto con
los cables actores en un conductor con
vaina sin proteger.
• Utilizar para los cables material de
alambre de cobre con una resistencia a la
temperatura de 60/75 °C.
Preparar el dispositivo para su
funcionamiento:
Puesta en funcionamiento por primera
vez del sistema de seguridad PNOZmulti:
• Realice el cableado de las entradas y
salidas del dispositivo básico y de los
módulos de ampliación según el esquema
de conexiones.
• Transfiera el proyecto actual a la tarjeta
de chip del dispositivo básico. Para ello
utilice, bien el lector de tarjetas de chip,
bien conecte el ordenador con PNOZm
Config con el dispositivo básico a través
del interface serie (véase la ayuda online
PNOZm Config).
• Conecte la tensión de alimentación:
Bornes 24 V y A1 (+): + 24 V DC
Bornes 0 V y A2 (-) : 0 V
Cambiar la tarjeta de chip, transferir el
nuevo conexionado de seguridad al
sistema de seguridad PNOZmulti:
Los datos de configuración, que se
transfirieron previamente al sistema de
seguridad PNOZmulti, se deben borrar:
• Desconecte la tensión de alimentación.
• Desconecte todos los bornes de salida.
Attenzione! Montare il sistema di
sicurezza su una guida orizzontale.
Posizioni di montaggio differenti
possono provocare la distruzione del
sistema di sicurezza.
• Fissare il sistema di sicurezza su una
guida con l'aiuto dei dispositivi a scatto
situati sul retro. Applicare il sistema di
sicurezza diritto sulla guida, in modo che
le molle di messa a terra previste sul
sistema di sicurezza facciano presa sulla
guida.
• Per rispettare i requisiti di compatibilità
elettromagnetica, la guida deve essere
collegata alla custodia dell'armadio
elettrico con bassa resistenza ohmica.
Messa in funzione del sistema di
sicurezza
Preparazione della messa in funzione:
Durante la preparazione della messa in
funzione occorre considerare quanto segue:
Attenzione! I morsetti di collega-
mento innestabili delle uscite relè
che trasmettono tensione di rete
possono essere inseriti e disinseriti
soltanto in assenza di tensione.
• Il sistema di sicurezza ed i circuiti di
ingresso devono essere sempre alimentati
solo per mezzo di un alimentatore. La
tensione d'alimentazione deve soddisfare
le norme per la bassa tensione con
separazione sicura (SELV, PELV).
• Per i collegamenti di alimentazione a 24 V
e 0 V (uscite a semiconduttore) e A1 e A2
(alimentatore) sono previsti
rispettivamente 2 morsetti di
collegamento. In questo modo, la tensione
di alimentazione può venire erogata a
diversi collegamenti. La corrente massima
consentita per morsetto è di 9 A.
• Utilizzare unicamente le uscite di trigger
per il test degli ingressi. L'attivazione di
ulteriori carichi non è consentita.
Non condurre i cavi di trigger insieme ai
cavi attuatori in una guaina non
schermata.
• Per i cavi utilizzare materiale in filo di
rame con una resistenza termica intorno
ai 60/75 °C .
Preparazione all'uso del dispositivo:
Prima messa in funzione del sistema di
sicurezza PNOZmulti:
• Cablare gli ingressi e le uscite del
dispositivo di base e dei moduli di
espansione come descritto nello schema
elettrico.
• Trasferire il progetto attuale sulla chipcard
del modulo base. A tale scopo, utilizzare il
lettore di chipcard o collegare il computer
che contiene PNOZm Config con il
modulo base tramite l'interfaccia seriale
(v. Online-Help PNOZm Config).
• Applicare la tensione di alimentazione:
Morsetti 24 V e A1 (+): +24 V DC
Morsetti 0 V e A2 (-) : 0 V
Sostituzione della scheda chip,
trasmissione del nuovo circuito di
sicurezza nel sistema di sicurezza
PNOZmulti:
I dati di configurazione precedentemente
trasmessi nel sistema di sicurezza
PNOZmulti, devono essere cancellati:
• Staccare la tensione di alimentazione.
• Scollegare tutti i morsetti di uscita.
• Cavallottare OA0-I19 sul dispositivo di
base.
Let op! Monteer het veiligheids-
systeem op een horizontale
draagrail. Andere inbouwposities
kunnen ertoe leiden dat het
veiligheidssysteem defect raakt.
• Bevestig het veiligheidssysteem op een
DIN-rail met behulp van de relaisvoet op
de achterzijde. Plaats het veiligheids-
systeem recht op de DIN-rail, zodat de
aardingsveren van het veiligheidssysteem
op de DIN-rail gedrukt worden.
• Om te voldoen aan de EMC-eisen, moet
de DIN-rail laagohmig met de schakelkast-
behuizing verbonden zijn.
Veiligheidssysteem in gebruik
nemen
Ingebruikneming voorbereiden:
Neem bij de voorbereiding van de ingebruik-
neming de volgende zaken in acht:
Let op! De steekbare aansluit-
klemmen van de relaisuitgangen die
netspanning voeren, alleen in
spanningsloze toestand uittrekken
en plaatsen.
• Het veiligheidssysteem en de ingangs-
circuits moeten altijd via één netvoeding
gevoed worden. De netvoeding moet
voldoen aan de voorschriften voor extra
lage spanning (SELV, PELV) met veilige
scheiding.
• Voor de voedingsaansluitingen 24 V en
0 V (halfgeleideruitgangen) en A1 en A2
(voeding) zijn telkens 2 aansluitklemmen
aanwezig. Daarmee kan de voedings-
spanning over meerdere aansluitingen
verdeeld worden. De stroom mag max. 9
A op elke klem bedragen.
• Gebruik de testpulsuitgangen uitsluitend
om de ingangen te testen. Het is niet
toegelaten om belastingen aan te sturen.
Leg testpulskabels niet samen met
stuurstroomkabels in een onbeveiligde
mantelkabel.
• Gebruik kabelmateriaal van koperdraad
met een temperatuurbestendigheid van
60/75 °C.
Bedrijfsklaar maken:
Veiligheidssysteem PNOZmulti voor de
eerste maal in gebruik nemen:
• Bedraad de in- en uitgangen van de
basismodule en de uitbreidingsmodulen
volgens het schakelschema.
• Stuur het actuele project naar de chipkaart
in de basismodule. Gebruik daarvoor
ofwel de chipkaartlezer of verbind de
computer met PNOZm Config via de
seriële poort met de basismodule (zie on
line hulp PNOZm Config).
• Sluit de voedingsspanning aan:
klemmen 24 V en A1 (+): +24 V DC
klemmen 0 V en A2 (-): 0 V
Chipkaart verwisselen, nieuwe
veiligheidsschakeling naar het
veiligheidssysteem PNOZmulti
oversturen:
De configuratiedata die eerder naar het
veiligheidssysteem PNOZmulti overgestuurd
zijn, moeten gewist worden:
• Schakel de voedingsspanning uit.
• Klem alle uitgangsklemmen af.
• Verbind OA0-I19 op de basismodule.
• Sluit de voedingsspanning aan:
klemmen 24 V en A1 (+): + 24 V DC
klemmen 0 V en A2 (-): 0 V