VOORZICHTIG:
• Al te zware freeswerkzaamheden kunnen de motor
overbelasten of moeilijkheden geven bij het controleren
van het gereedschap, de freesdiepte mag niet meer
dan 15 mm zijn, wanneer u groeven freest met een
freesbit met een diameter van 8 mm.
• Wanneer u groeven freest met een freesbit van 20
mm, mag de freesdiepte niet meer zijn dan 5 mm per
bewerking.
• Voer twee of meer bewerkingen uit met steeds diepere
instellingen voor de freesbit wanneer u extra diepe
groeven wilt maken.
VOORZICHTIG:
achtereen bij lagere snelheden werkt, de machine
afkoelen door deze drie minuten op maximale snelheid
onbelast te laten werken.
Alle gewone freeswerkzaamheden kunnen met de
dieptefrees worden uitgevoerd op alle soorten hout en
kunststoffen:
• Groeven
• Rabatten
• Soevereinen
• Aderen
• Profileren
Houd u aan de aanbevolen instellingen hieronder,
zodat overbelasting van het gereedschap doordat u de
verkeerde snelheid kiest, wordt voorkomen:
MATERIAAL
FREESDIAMETER
10 – 30 mm
SELECTIE VAN DE SNELHEID
Hardhout
7 - 5
Zachthout
7 - 6
Spaanplaat
7 - 6
met toplaag
Kunststof
7 - 5
* Gebruik geen freesbits die groter zijn dan 50 mm (2"),
tenzij de freesmachine is gemonteerd op een freestafel.
OPMERKING: Op panelen met een kunststof laag
mogen alleen frezen met een carbide tip worden
gebruikt. Door de harde kunststof laag zullen stalen
frezen snel bot worden.
OPMERKING: De verplaatsing van de invalfrees
zal beter verlopen als u vaak opeengehoopte stof-
en vuilresten van de kolommen verwijdert. Als de
verplaatsing van de invalfrees niet zo gelijkmatig verloopt
als gewenst, kunt u de kolommen smeren met droog
teflon smeermiddel.
Laat, wanneer u langer
30 – 50 mm
50 – 86* mm
6 - 2
5 - 2
7 - 5
5 - 2
7 - 4
n / a
7 - 4
n / a
-57-
NL - T12/T14
1. Plaats, nadat u de freesdiepte hebt ingesteld, zoals
wordt beschreven, de bovenfrees zo dat de freesbit vlak
boven de plaats staat waar u wilt gaan frezen.
2. Breng, terwijl de bovenfrees loopt, de machine
gelijkmatig omlaag in het werkstuk. BRENGDE
BOVENFREESNIETMETEENKLAP OMLAAG.
3. Wanneer het gereedschap de vooraf ingestelde diepte
bereikt, vergrendel de machine dan met een druk op de
snelvrijgaveknop (7) .
4. Duw, wanneer u het freeswerk hebt voltooid, op de
hendel vergrendeling invalfrezen (6) , ontgrendel de
machine en laat de veer de freesmachine direct uit het
werkstuk lichten.
5. Voer de frees altijd in de tegenovergestelde richting in
als de richting waarin de beitel draait. Zie Fig. L.
Aan/uit schakelaar - (Fig. A)
WAARSCHUWING:
ernstig persoonlijk letsel, schakel het apparaat uit en
verbreek de aansluiting op de stroomvoorziening voordat
u aanpassingen uitvoert of hulpstukken of accessoires
verwijdert/plaatst.
Per ongeluk starten kan letsel tot gevolg hebben.
1. Schakel het apparaat in door de aan/uit schakelaar
in te knijpen (3) . Blijf de schakelaar inknijpen of laat
het apparaat voortdurend werken door de knop (20)
vergrendeling in de aan stand in te drukken.
2. Het apparaat uitschakelen:
a. Als de vergrendeling in de aan stand is ingeschakeld,
kunt u de knop voor vergrendeling in de aan stand
vrijgeven door erop te drukken en de aan/uit schakelaar
los te laten.
b. Laat de aan/uit schakelaar los, als de schakelaar voor
vergrendeling in de aan stand niet is ingedrukt.
Kiesschijf variabele snelheid - (Fig. A)
WAARSCHUWING:
snelheidsregeling niet meer werkt, of met horten en
stoten, stop dan onmiddellijk met het gebruik van het
gereedschap. Breng het ter reparatie naar een Trend
Tool Technology Ltd Tool Technology Ltd fabriek of een
geautoriseerd servicebedrijf.
OPMERKING: De bovenfrees is voorzien van
elektronica om de snelheid van het gereedschap tijdens
het frezen te bewaken en te handhaven. Bij een lage
en gemiddelde snelheid zorgt de snelheidsregeling
ervoor dat de snelheid van de motor niet afneemt. Als
u een verandering in de snelheid hoort en doorgaat met
de motor belasten, zou de motor beschadigd kunnen
raken door oververhitting. Verminder de freesdiepte en/
of verlaag de aanvoersnelheid en voorkom zo dat het
gereedschap beschadigd raakt.
Beperk het risico van
Als de