4.De freesbit moet nu uit de spantang glijden.
OPMERKING: Verwijder een freesbit steeds na gebruik
en berg de bit op een veilige plaats op.
Fijnafstelling van de hoogte
- (Fig. A, D, E)
VOORZICHTIG:
vergrendeling invalfrezen is ontgrendeld. Gebruik nooit te
veel kracht voor het draaien van het mechanisme van de
fijnafstelling van de hoogte.
VOORZICHTIG:
uit de zeskantmoeren.
De fijnafstelling van de hoogte kan worden gebruikt in de
draagbare stand maar ook wanneer de freesmachine in
een tafel is gemonteerd.
De freesdiepte aanpassen
- (Fig. A, D, E)
De freesmachine is voorzien van een zeer nauwkeurig
systeem voor de diepteafstelling, dat onder meer een
ring voor reset naar nul voor zowel de snelafstelling als
voor de fijnafstelling van de hoogte omvat.
Snelafstelling met gradering met de ring voor reset naar
nul
1. Maak de vergrendeling (15) voor snelafstelling van de
hoogte los.
2. Ontgrendel de begrenzing voor invalfrezen door de
hendel vergrendeling invalfrezen (6) omlaag te duwen.
3. Breng de bovenfreeswagen omlaag tot de frees het
werkstuk raakt.
4. Druk op de snelvergrendelknop (7) .
5. Zet de snelle hoogteafstelling (16) op nul en
reset de ring voor de fijnafstelling (19) naar nul. De
diepteaanslagbalk (12) moet contact maken met de
revolverkopstop (11).
6. Stel de freesdiepte af met de snelle hoogteafstelling
(16) en de bijbehorende gradering. De afgestelde
freesdiepte wordt aangeduid met de aanwijzer (17) .
7. Maak de vergrendeling (15) voor snelafstelling van de
hoogte vast.
Fijnafstelling
Wanneer u niet een dieptesjabloon gebruikt of als de
freesdiepte weer moet worden aangepast, kunt u het
beste de fijnafstelling gebruiken (18) .
1. Stel de freesdiepte af volgens de beschrijving in De
freesdiepte afstellen.
2. Zet de fijnafstelling voor de hoogte op nul met de ring
voor reset naar nul (19)
Controleer dat de hendel
Verwijder niet de schroef
-55-
NL - T12/T14
3. Draai de fijnafstelling voor de hoogte (18) naar de
gevraagde positie: één keer draaien komt ongeveer
overeen met 1 mm en 1 merkteken met 0,1 mm.
Monteren van de kopieerring en de
binnenplaat - (Fig. H)
Deze bovenfrezen hebben een uniek systeem voor
het uitlijnen van de kopieerring. Dit verzekert dat de
kopieerring perfect concentrisch is met de frees en
nauwkeurig werk verzekerd is.
1. Keer de bovenfrees om.
2. Monteer de binnenplaat (58) in de inkeping in de
voetplaat van de bovenfrees (10). T12: de bussen van
de binnenplaat moeten naar de freesmotor toe wijzen.
T14: de verhoogde rand van de binnenplaat moet van
de voetplaat af wijzen. Schroef de twee schroeven met
cilinderkop (59) losjes door de binnenplaat en in de
tapgaten.DRAAI DE SCHROEVEN NOG NIET AAN.
3. Monteer de 30mm kopieerring (24) op de binnenplaat
(58). Bevestig de kopieerring met de twee M5 schroeven
met verzonken kop (25). Draai deze schroeven aan.
4. De uitlijnpen (60) is getrapt, voor 12mm en ." (9)
spantangen. (Bij een ." spantang duwt u de uitlijnpen
dieper in de ." spantang).
5. Plaats de uitlijnpen (60) in de ." (9) of 12mm spantang
van de bovenfrees. Draai de moer van de spantang dan
licht aan om de uitlijnpen (60) vast te houden.
6. Zet de vergrendeling los, en duw de voetplaat
voorzichtig naar beneden tot de uitlijnpen (60) door de
30mm kopieerring (24) heen steekt.
7. Als de kopieerring is uitgelijnd draait u
de cilinderkopschroeven (59) aan met een
schroevendraaier.
De Parallelle Langsgeleiding
monteren - (Fig. I, J)
1. Monteer de geleidestang (26) op de grondplaat van
de bovenfrees (10) .
2. Schuif de parallelle langsgeleiding (27) over de
stangen.
3. Draai de vleugelbouten (28) tijdelijk aan.
De parallelle langsgeleiding afstellen
- (Fig. A, I, J)
1. Teken een zaaglijn op het materiaal.
2. Breng de bovenfreeswagen omlaag tot de frees het
werkstuk raakt.
3. Duw op de snelvrijgaveknop (7) en beperk het
retourbereik van de wagen met het duimwiel (4).
4. Plaats de bovenfrees op de zaaglijn.